Een maansverduistering is een astronomisch fenomeen dat plaatsvindt wanneer de Zon, de Aarde en de Maan zich op één lijn bevinden met de Aarde in het midden. Normaal weerkaatst de maan het zonlicht terug naar de Aarde maar tijdens een maansverduistering kan de Maan geen zonlicht opvangen omdat de Aarde in de weg staat. Het zonlicht dat zich op dat moment door de aardatmosfeer doordringt, kleurt rood waardoor op de maan een rode gloed te zien is.
Maansverduisteringen doen zich enkel voor tijdens volle maan maar niet tijdens elke volle maan. De baan van de Maan helt ongeveer 5,1° ten opzichte van het vlak waarin de Aarde om de zon draait, ook wel de ecliptica genoemd, en hierdoor kan een maansverduistering enkel maar plaatsvinden als de Maan zich in één van de twee punten bevindt waar het baanvlak de ecliptica snijdt. Zonsverduisteringen zijn meestal maar in een klein gebied op Aarde zichtbaar maar maansverduisteringen zijn daarentegen waarneembaar vanop elke plek waar de Maan te zien is.
Tijdens een maansverduistering doet zich op de Maan een zonsverduistering voor. Niet alle maansverduisteringen zijn dezelfde. Er bestaan drie soorten: de totale, gedeeltelijke en de maansverduistering in de bijschaduw. Bij een totale maansverduistering is de Maan volledig zichtbaar en kleurt deze rood of donkerbruin afhankelijk van de hoeveelheid stof er zich in de atmosfeer van de Aarde bevindt. Tijdens dit fenomeen zal de Maan door de kernschaduw (de umbra) van de Aarde gaan en wanneer deze slechts door een gedeelte van de umbra gaat, spreken we van een gedeeltelijke maansverduistering. Bij een maansverduistering in de bijschaduw vermindert de intensiteit van het volle maanlicht een beetje maar dit is in de praktijk nauwelijks waarneembaar.
De verschillende fasen van een totale maansverduistering - Foto: Randy Brewer
De aardse atmosfeer bevat variabele hoeveelheden water (wolken, mist, nevel,…) en vaste deeltjes (meteorenstof, vulkanische as,…). Dit materiaal filtert natuurlijk het zonlicht vooraleer het in de schaduwkegel afgebogen wordt. Grote vulkaanuitbarstingen, waarbij veel as in de atmosfeer terechtkomt, zorgen dikwijls voor donkere, dieprode maansverduisteringen. Ook uitgestrekte wolkengebieden kunnen voor donkerdere eclipsen zorgen. Daarom stelde de Franse astronoom André-Louis Danjon een helderheidsschaal op voor maansverduisteringen. De zogenaamde Danjon-schaal telt vijf gradaties:
L=0 | Zeer donkere eclips. De maan is bijna onzichtbaar |
---|---|
L=1 | Donkere eclips, grijs-bruinachtige kleur |
L=2 | Donkerrode of roestkleurige eclips |
L=3 | Steenrode eclips met heldere rand |
L=4 | Zeer heldere, koperachtige rode of oranjeachtige eclips met heldere blauwe rand |
Het schatten van de helderheid van de maaneclips wordt het best met het blote oog gedaan of met kleine telescopen of verrekijkers. Het is ook nuttig om een schatting te maken bij het begin of bij het einde van de totaliteit en tijdens het maximum van de eclips. Op die manier krijgen we een idee van de variaties in kleur en helderheid in de verschillende delen van de schaduw.