De Amerikaanse Mars Pathfinder ruimtemissie ging op 4 december 1996 van start doordat vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida een 870 kilogram zwaar ruimtetuig in de ruimte gebracht werd dat aan boord het eerste Amerikaanse Marswagentje had. Deze lancering vond een maand na de Mars Global Surveyor lancering plaats. Na een reis van 7 maanden kwam de Mars Pathfinder met succes aan bij de planeet Mars waar het op 4 juli 1997 een zachte landing op maakte. Dit was de tweede missie uit het Discovery programma van het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA.
Tijdens deze missie zou men vooral de atmosfeer, het klimaat, de geologie en samenstelling van ondermeer rotsen op Mars nauwkeurig onderzoeken. Naast het wetenschappelijke gedeelte wou NASA met deze missie ook aantonen dat het mogelijk was het oppervlak van een andere planeet te verkennen tegen een betrekkelijk lage kostprijs aangezien dit hele project een prijskaartje had van slechts 280 miljoen dollar (inclusief ontwikkeling, lancering en missie). Uiteindelijk bleek de Mars Pathfinder missie in alle opzichten een groot succes te zijn en werden tal van technologieën en technieken later nog eens gebruikt bij de Mars Exploration Rovers.
Wetenschappelijke instrumenten
Het Mars Pathfinder ruimtetuig beschikte aan boord ondermeer over verschillende meteorologische sensoren, een magnetometer om magneetvelden te meten en een anemometer waarmee men vooral de windsnelheden aan het oppervlak van Mars wou meten. Verder beschikte de lander ook nog over het Imager for Mars Pathfinder (IMP) instrument waarmee men stereografische opnames kon maken van het Marsoppervlak. De kleine Marswagen Sojourner had aan boord ondermeer twee zwart-wit camera’s en één kleurencamera die vooral zouden ingezet worden voor geologische doeleinden en studies van de Marsatmosfeer.
NASA's eerste Marsrover
De Sojourner had een gewicht van 10,6 kilogram, 65 centimeter lang en had een breedte van 48 centimeter. Deze kleine rover kon een maximumsnelheid behalen van één centimeter per seconde en kon zich maximum 500 meter van de lander begeven. De ontwikkeling en het succes van de Sojourner bleken voor de NASA van essentieel belang te zijn aangezien dit kleine wagentje de basis vormde voor de ontwikkeling van de twee grotere Mars Exploration Rovers die in 2004 gelanceerd werden. Het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA organiseerde in 1994 en 1995 een wedstrijd die één jaar duurde waarbij studenten van over de hele wereld namen mochten inzenden voor deze eerste Amerikaanse Marswagen. Uiteindelijk won een 12 jarig meisje uit Bridgeport, Amerika, deze wedstrijd uit meer dan 3 500 inzendingen die afkomstig waren uit Canada, Indië, Israël, Japan, Mexico, Polen en Rusland.
Lancering en vlucht
De Mars Pathfinder werd samen met de Sojourner op 4 december 1996 in de ruimte gebracht door een Amerikaanse Delta 7925 raket van op de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida waarna het ruimtetuig met de kleine rover op 4 juli 1997 aankwam bij de planeet Mars. Meteen hierna drong het tuig de atmosfeer van Mars binnen door middel van een beschermend hitteschild waarna de Mars Pathfinder via een parachute afdaalde tot in de laagste luchtlagen van de rode planeet. Net voor het tuig de grond zou raken, werden verschillende airbags opgeblazen zodat de lander met zijn rover een zachte landing maakte in een gebied op het Noordelijk halfrond van Mars dat de naam "Ares Vallis" heeft. Deze landingsplaats werd door wetenschappers uitgekozen vanwege zijn veilige omgeving op vlak van ravijnen en kloven en aangezien deze plaats vol lag met kleine rotsen was dit voor geologen het meest geschikte gebied. De lander bleek de afdaling en landing goed overleefd te hebben en begon meteen hierna zijn zonnepanelen open te vouwen waarna de Sojourner zich voor het eerst kon begeven op het oppervlak van Mars. In totaal stuurde de Mars Pathfinder meer dan 16 500 foto's terug naar de Aarde en voerde deze lander 8,5 miljoen metingen uit op vlak van atmosfeer en temperatuur.
De trip van Sojourner
Eén dag op Mars wordt door wetenschappers één “Sol” genoemd en nadat de Mars Pathfinder succesvol geland was op het Marsoppervlak op 4 juli 1997 reed de kleine Sojourner op Sol 2 weg van zijn lander. In de dagen die hierop volgden, begaf de Sojourner Marsrover zich bij een aantal rotsen die de namen “Barnacle Bill”, “Yogi” en “Sooby Doo” kregen waarvan het verschillende foto’s maakte zodat wetenschappers op Aarde deze gesteenten nauwkeurig konden analyseren en onderzoeken. In totaal bleef de Sojourner 83 Sols operatief en in deze tijd stuurde deze kleine rover maar liefst 550 foto’s terug naar de Aarde en analyseerde het de samenstelling van 16 locaties in de nabijheid van de lander. Zowel de lander als de kleine rover bleven veel langer operationeel dan oorspronkelijk gepland. Doordat de batterij van de lander ontwikkeld was om maximaal 40 keer te worden opgeladen kon deze de Mars Pathfinder na Sol 40 's nachts niet meer warm houden waardoor dit wellicht één van de redenen was voor het einde van de missie. Op 27 september 1997 legde de NASA voor het laatst contact met de Mars Pathfinder en na enkele maanden van pogingen om opnieuw contact te leggen met de lander en de rover besloot NASA op 10 maart 1998 een eind te maken aan deze historische interplanetaire misie.