Deze week wordt een cruciale week voor komeet ISON. Op 28 november 2013 bereikt deze komeet zijn perihelium wat wil zeggen dat het kleine hemelobject het dichtst in de buurt van de Zon komt. Na deze belangrijke passage zullen we uiteindelijk weten of komeet ISON zijn perihelium heeft overleefd en voor spektakel gaat zorgen of de extreme hitte van onze ster de komeet te sterk was.
Duizenden amateur en professionele astronomen kijken al maanden uit naar de periheliumpassage van komeet ISON. Voor een uit ijs en rotsen bestaande komeet is een periheliumpassage een riskante gebeurtenis aangezien er een kans bestaat dat de komeet uit elkaar valt. Bij zijn dichtste passage zal komeet ISON op slechts 1,2 miljoen kilometer langs het oppervlak van de Zon vliegen. Ter vergelijking: de Aarde bevindt zich op een afstand van 150 miljoen kilometer van de Zon. Momenteel raast deze komeet met een snelheid van ongeveer 220 kilometer per seconden richting de Zon. Indien komeet ISON zijn perihelium overleefd, kan deze begin december voor spektakel zorgen aan onze westelijke avondhemel. Na zijn perihelium moet komeet ISON, indien deze niet uit elkaar is gevallen, op 26 december 2013 op een afstand van 65 miljoen kilometer van de Aarde vliegen. Na het perihelium zullen we komeet ISON terug in de sterrenbeelden Slang, Hercules, Noorderkroon, Draak, Kleine Beer, Cepheus en Cassiopeia. De afgelopen weken hebben we dankzij tal van amateurastronomen en professionele observatoria kunnen zien hoe komeet ISON helderder aan het worden was en bij goede omstandigheden al zichtbaar was aan de ochtendhemel met het blote oog. Dit bewijst nog maar eens hoe grillig en onvoorspelbaar deze hemelobjecten kunnen zijn. Doordat komeet ISON weldra in de gloed van de Zon zal verdwijnen, zullen klassieke observatoria de komeet niet meer kunnen observeren. Om de komeet toch nog te kunnen waarnemen en bestuderen, moeten we dan beroep doen op zonne-observatoria of satellieten die onze ster in de gaten houden.