Eén van de moeilijkste zaken in de sterrenkunde is ongetwijfeld afstanden schatten en uitleggen tussen hemelobjecten zoals de sterren of de maan. Een goede oplossing hiervoor is hoeken bepalen zoals bijvoorbeeld de hoek van de horizon tot aan het zenit (het punt aan de sterrenhemel boven je hoofd) die 90 graden bedraagt. Om deze hoekdiameters eenvoudig en snel te kunnen inschatten, gebruiken amateurastronomen hiervoor hun hand en/of vingers als meetlat. Leer aan de hand van dit artikel alles over eenvoudig hoeken meten aan de sterrenhemel met behulp van de handtechniek.
Hoe groot is de maan? Hoe groot is het sterrenbeeld Grote Beer? Hoever staat de Poolster van het sterrenbeeld Grote Beer? Dit zijn allemaal vragen die zeer vaak gesteld worden maar waar niet altijd een eenvoudig antwoord op te geven is. Gelukkig moeten we dit niet altijd beantwoorden met abstracte afmetingen als lichtjaren maar kan dit eenvoudiger door te werken met hoeken. Zo kan je de grootte van een volle maan uitleggen in een hoekmaat en kan dit bijvoorbeeld ook worden toegepast tussen twee verschillende objecten aan de sterrenhemel. Een volle maan heeft een doorsnede van een 'halve graad' (0,5°) en ook de zon heeft dezelfde hoekdiameter aangezien de maan de zonneschijf perfect bedekt tijdens een zonsverduistering. Wanneer we naar de horizon kijken en we draaien helemaal rond, hebben we de hele hemel gezien en deze heeft een hoekafstand van 360 gaden. Als we weten dat de zon en de maan een halve graad hebben dan wordt het duidelijk dat één graad een belangrijke maatstaf is in de astronomie. Deze ene graad kan je onderverdelen in minuten (boogminuten) en zo gaan er exact 60 minuten in één graad. In elke boogminuut passen dan weer 60 boogseconden. Kleinere objecten aan de sterrenhemel, zoals planeten, kunnen een grootte hebben die varieert van soms 3 boogseconden tot wel 25 boogseconden, dit naar gelang de afstand tot de aarde.
Een eenvoudige truck om deze afstanden te meten aan de sterrenhemel is door je eigen hand te gebruiken. Zo ga je uw eigen hand gebruiken als lineaal en dit zal ook altijd correct zijn. Wanneer we bijvoorbeeld onze arm strekken en we spreiden alle vingers van het uitgestoken hand (hand van een volwassene) is de afstand tussen de duim en de pink gelijk aan twintig graden (20°). Wanneer je nu van uw uitgestrekt hand een vuist maakt, is de afstand van je vuist ongeveer tien graden (10°). De wijsvinger bepaald aan de sterrenhemel een afstand van ongeveer twee graden (2°) wat dus wil zeggen dat een volle maan zich perfect viermaal kan verstoppen achter je wijsvinger. Deze handtechniek wordt zeer vaak gebruikt onder amateurastronomen en is een handig hulpmiddel om op zoek te gaan naar objecten aan de sterrenhemel. Eén van de redenen waarom deze handtechniek zeer vaak wordt gebruikt is omdat de grootte van een hand en vingers in verhouding is met de grootte van de arm, ongeacht of iemand groot of klein is. Onderaan dit artikel kan u een video bekijken waarin dieper ingegaan wordt over deze techniek!
Enkele belangrijke weetjes:
- De zon en de maan hebben een hoekdiameter van 0,5 graden.
- De Poolster staat in België altijd in het noorden op een hoogte van ongeveer 51 graden (hoek tussen de horizon en de Poolster).
- De hoek van de horizon tot aan het punt boven uw hoofd bedraagt 90 graden.
- 1° = 60' (één graad is gelijk aan zestig boogminuten).
- 1' = 60" (één boogminuut is gelijk aan zestig boogseconden).
Met één hand kan je perfect hoeken meten aan de sterrenhemel.
Enkele voorbeelden van afstanden tussen sterren gemeten met hoekdiameters aan de hand
van het bekende sterrenbeeld Grote Beer.