Het woord planeet is afkomstig van het oud-Griekse woord 'planetes', dat zoveel betekent als 'zwerver'. In de Oudheid zag men dat de planeten anders bewogen dan de sterren. Ze leken geen vaste baan aan te houden en het leek alsof ze 'zwierven' door de nachtelijke sterrenhemel. Daarnaast doken deze hemellichamen op verschillende tijdstippen van het jaar op en op verschillende plaatsen aan de hemel.
De planeten die deel uitmaken van ons zonnestesel werden genoemd naar Grieks-Romaanse goden. In Europa waren de Grieken de eersten die hen een naam gaven. Door invloeden van het Romeinse rijk, en later door de katholieke kerk in de meeste landen van het westen, waren deze beter gekend door hun Latijnse/Romaanse namen in plaats van de originele Griekse naam. De Romeinen, die net zoals de Grieken Indo-Europees zijn, deelden samen diverse namen maar hadden niet de rijke tradities uit de Griekse poëtische cultuur die hen namen gaf van hun goden. Tijdens een latere periode uit het Romeinse rijk begonnen Romaanse schrijvers veel van de Griekse verhalen over te nemen en in hun eigen pantheon te schrijven tot het punt dat ze niet van elkaar te onderscheiden waren. Wanneer de Romeinen de Griekse astronomie bestudeerden, gaven zij de planeten de namen van hun eigen Goden. De Grieken gebruikten nog steeds hun originele namen voor de planeten. In de oude tijd waren er toen 7 planeten gekend, vanaf het toen nog geocentrisch beeld van het zonnestelsel waar de Aarde centraal stond was de rangschikking als volgt:
Naam | Romeinse naam | Griekse naam |
---|---|---|
De Maan | Luna | Selene |
Mercurius | Mercurius | Hermes |
Venus | Aphrodite | Aphrodite |
De zon | Sol | Helios |
Mars | Ares | Ares |
Jupiter | Zeus | Zeus |
Saturnus | Kronos | Kronos |
De Maan en Zon werend uiteindelijk geschrapt met het heliocentrisch beeld van ons zonnestelsel, waarin de Zon centraal staat en de planeten in een baan rond haar cirkelen. De planeten die later ontdekt werden in de 18de en 19de eeuw bleven de benamingswijze behouden: Uranus (Ouranos) en Neptunus (Poseidon).
Sommige Romeinen volgden een geloof dat afkomstig was uit Mesopotamië in het Hellinistische Egypte. Men geloofde dat de zeven goden, naar wie de planeten werden genoemd, uurlijkse verschuivingen deden voor het zoeken van zaken op Aarde, in Ptolemeus binnenwaarts vermelde baanrangschikking. Als resultaat hiervan ontstond een lijst waar God de leiding over had en waar elke dag het eerste uur uitkwam als de Zon, Maan, Mars, Mercurius, Jupiter, Venus, Saturnus. De weekdagen zondag, maandag en zaterdag komen rechtsreeks uit de Romaanse namen.
Aangezien de Aarde pas geaccepteerd was als een planeet in de 17de eeuw was er geen traditie om deze naar een god te noemen. Vele van de Romeinse talen (zoals Frans, Italiaans, Spaands en Portugees) hielden de oude Romeinse naam Terra of een variatie hiervan. De Grieken hielden hier ook hun eigen originele naam: Gaia. De meeste niet-Romeinse talen gebruiken hun eigen woorden. De Germaanse talen, zoals Nederlands, gebruiken een variatie van het oude Germaanse woord Ertho, Aarde in het Nederlands. Hetzelfde werd gedaan voor de Zon, en de Maan, al waren deze dan al geen planeet meer.
Sommige niet-Europese culturen gebruiken hun eigen namen zoals China en het oosten van Azië. Ze geven hen de namen van de vijf Chinese elementen (water, vuur, metaal, aarde, water).