Astronomen hebben ALMA gebruikt om een buitengewoon mooie opname te maken van een bel van uitgestoten materiaal rond de exotische rode ster U Antilae. Deze waarnemingen zullen astronomen helpen om meer inzicht te krijgen in de late evolutiestadia van sterren. In het onopvallende zuidelijke sterrenbeeld Antlia (Luchtpomp) kan een oplettende waarnemer met een verrekijker een zeer rode ster zien, die van week tot week een beetje in helderheid varieert.
Astronomen die gebruikmaken van ESO’s Very Large Telescope hebben voor het eerst titaniumoxide gedetecteerd in de atmosfeer van een exoplaneet. De ontdekking, waarbij het FORS2-instrument is ingezet, is gedaan bij de hete Jupiterachtige planeet WASP-19b. Ze levert unieke informatie op over de chemische samenstelling en de temperatuur- en luchtdrukstructuur van de atmosfeer van deze ongewone en zeer hete wereld. De resultaten verschijnen vandaag in het tijdschrift Nature.
Wetenschappers hebben met behulp van ALMA turbulente reservoirs van koud gas gedetecteerd rond verre, snelgroeiende sterrenstelsels. Ze deden dat door voor het eerst te kijken naar het molecuul CH+. Via CH+ moleculen kunnen onderzoekers volgen hoe het kan dat sterrenstelsels langer dan gedacht snel sterren vormen. Het is een nieuwe methode om een belangrijk tijdperk in de stervormingsgeschiedenis van het heelal beter te bestuderen. De resultaten van het onderzoek verschijnen in het vaktijdschrift Nature.
Astronomen hebben, met behulp van ESO's Very Large Telescope Interferometer, de meest gedetailleerde afbeelding ooit van een ster geconstrueerd. Het gaat om de rode superreus Antares. Ze hebben ook de eerste kaart (buiten die van de zon) gemaakt die de snelheden weergeeft van het materiaal rond een ster. De kaart onthult onverwachte turbulentie in Antares' uitgestrekte atmosfeer. De resultaten zijn gepubliceerd in het vakblad Nature.
Waarnemingen van zeven ‘kwalsterrenstelsels’ met ESO’s Very Large Telescope hebben het bestaan aan het licht gebracht van een tot nog toe onbekende manier om superzware zwarte gaten van brandstof te voorzien. Het lijkt erop dat het mechanisme dat de tentakels van gas en nieuwe sterren doet ontstaan waaraan deze sterrenstelsels hun bijnaam danken, ook ervoor zorgt dat gas de centrale delen van de stelsels kan bereiken. Op die manier wordt het zwarte gat gevoed dat zich daar schuilhoudt, waardoor dit fel gaat stralen. De resultaten zijn vandaag in het tijdschrift Nature verschenen.
Een nieuwe analyse van gegevens van ESO’s Very Large Telescope en andere telescopen wijst er voor het eerst op dat de omloopbanen van sterren rond het superzware zwarte gat in het centrum van de Melkweg de subtiele effecten kunnen vertonen zoals die zijn voorspeld door Einsteins algemene relativiteitstheorie. Er zijn aanwijzingen dat de omloopbaan van de ster S2 enigszins afwijkt van het pad dat met behulp van klassieke fysica is berekend. Dit spannende resultaat is een voorproefje van de veel nauwkeurigere metingen en tests die in 2018 met het GRAVITY-instrument zullen worden gedaan wanneer S2 heel dicht langs het zwarte gat beweegt.
De Unit Telescope 4 (‘Yepun’) van ESO’s Very Large Telescope (VLT) is getransformeerd tot een volledig adaptieve telescoop. Na meer dan tien jaar van planning, constructie en tests heeft de nieuwe Adaptive Optics Facility (AOF) zijn eerste licht gezien met het instrument MUSE. Daarbij zijn verbluffend scherpe beelden vastgelegd van planetaire nevels en sterrenstelsels. De combinatie van AOF en MUSE vormt een van de meest geavanceerde en krachtige technologische systemen die ooit voor astronomisch onderzoek vanaf het aardoppervlak zijn gebouwd.
Aan de hand van nieuwe waarnemingen met ESO’s VLT Survey Telescope hebben astronomen drie verschillende populaties van ‘babysterren’ ontdekt in de Orionnevel-sterrenhoop. Deze onverwachte ontdekking levert zeer waardevolle nieuwe inzichten op over de wijze waarop zulke sterrenhopen ontstaan. Dat suggereert dat de vorming van sterren schoksgewijs gaat, en elke stellaire geboortegolf zich veel sneller voltrekt dan tot nog toe werd aangenomen.
Het MASCARA-station – de afkorting staat voor Multi-site All-Sky CAmeRA – op ESO’s La Silla-sterrenwacht in Chili heeft zijn eerste licht opgevangen. De nieuwe faciliteit zal gaan zoeken naar exoplaneten die voor hun heldere moedersterren langs schuiven, en een catalogus samenstellen van exoplaneten die later nauwkeuriger onder de loep kunnen worden genomen.
ESO’s Very Large Telescope (VLT) heeft een magnifieke opname gemaakt van het balkspiraalstelsel Messier 77. De foto doet het stelsel met zijn schitterende spiraalarmen en donkere stofbanden eer aan, maar weet het turbulente karakter van Messier 77 niet te vangen. Dit schilderachtige spiraalstelsel lijkt de rust zelve, maar niets is minder waar. Messier 77 – ook bekend als NGC 1068 – is een van de meest nabije actieve sterrenstelsels, die tot de meest energieke en spectaculaire objecten in het heelal worden gerekend. Hun kernen zijn vaak dermate helder dat ze de rest van het stelsel compleet overstralen.
ALMA heeft sterren zoals de zon waargenomen die nog in een heel vroeg ontwikkelingsstadium verkeren, en daarbij sporen ontdekt van methylisocyanaat – een chemische bouwsteen van leven. Het is voor het eerst dat dit probiotische molecuul in de omgeving van zonachtige protosterren – de soort waaruit ons zonnestelsel is voortgekomen – is gedetecteerd. De ontdekking kan astronomen helpen begrijpen hoe het leven op aarde is ontstaan.
Op 26 mei 2017 heeft de president van de Republiek Chili, Michelle Bachelet Jeria, de ceremonie bijgewoond waarbij de eerste steen is gelegd van ESO’s Extremely Large Telescope (ELT). De ceremonie vond plaats op ESO’s Paranal-sterrenwacht, dicht bij de locatie van de toekomstige reuzentelescoop in het noorden van Chili. Deze mijlpaal luidde het begin in van de bouw van de koepel en de hoofdstructuur van de grootste optische telescoop ter wereld en is het begin van een nieuw tijdperk in de astronomie. Het evenement markeerde ook de aansluiting van de sterrenwacht op het nationale stroomnet van Chili.
De Kleine Magelhaense Wolk is een opvallend object aan de zuidelijke hemel – zelfs met het blote oog. Maar vanwege het rijkelijk aanwezige interstellaire stof kunnen normale telescopen geen duidelijk beeld krijgen van wat zich in dit sterrenstelsel afspeelt. Dankzij VISTA’s infrarood-capaciteiten hebben astronomen de vele miljoenen sterren in dit naburige sterrenstelsel nu duidelijker dan ooit kunnen bekijken. Het resultaat is de grootste infraroodopname die ooit van de Kleine Magelhaense Wolk is gemaakt.
Een exoplaneet die om een rode dwergster op veertig lichtjaar van de aarde draait, zou wel eens de nieuwe houder kunnen zijn van de titel 'beste plek om naar tekenen van leven buiten het zonnestelsel te zoeken'. Met behulp van het HARPS-instrument van de ESO-sterrenwacht op La Silla, en telescopen elders ter wereld, heeft een internationaal team van astronomen een 'superaarde' ontdekt die zich binnen de leefbare zone van de zwakke ster LHS 1140 bevindt. Deze wereld is een beetje groter en aanzienlijk zwaarder dan de aarde en heeft zijn atmosfeer waarschijnlijk grotendeels kunnen vasthouden.
Bij waarnemingen met ESO’s Very Large Telescope is ontdekt dat in de krachtige materiestromen die door superzware zwarte gaten in de kernen van sterrenstelsels worden uitgestoten sterren kunnen ontstaan. Het is voor de eerst dat waarnemingen hebben bevestigd dat in zo’n extreme omgeving stervorming kan optreden. De ontdekking heeft allerlei gevolgen voor ons begrip van de eigenschappen en de evolutie van sterrenstelsels. De resultaten worden in het tijdschrift Nature gepubliceerd.
Nieuwe waarnemingen wijzen erop dat tijdens de hoogtijdagen van het ontstaan van sterrenstelsels, 10 miljard jaar geleden, zware sterren-vormende stelsels werden gedomineerd door baryonische oftewel ‘normale’ materie. Dat is in schril contrast met de huidige sterrenstelsels, waarin de geheimzinnige donkere materie de overhand heeft. Dit verrassende resultaat, verkregen met ESO’s Very Large Telescope, suggereert dat donkere materie in het vroege heelal minder invloedrijk was dan nu. De resultaten van het onderzoek verschijnen in vier artikelen, waarvan er één vandaag in Nature is gepubliceerd.
Astronomen hebben de ALMA-telescoop gebruikt om een enorme massa van gloeiend sterrenstof te detecteren in een sterrenstelsel dat we zien toen het heelal slechts vier procent van zijn huidige leeftijd had. Dit stelsel is kort na zijn ontstaan waargenomen en is het verste stelsel ooit waarin stof is gedetecteerd. Deze nieuwe resultaten leveren gloednieuwe inzichten op over de geboorte en explosieve dood van de allereerste sterren.
Deze kleurrijke streep van sterren, gas en stof is in werkelijkheid een spiraalstelsel dat NGC 1055 heet. De middellijn van dit forse sterrenstelsel, hier vastgelegd met ESO's Very Large Telescope, is mogelijk tot wel vijftien procent groter dan die van onze Melkweg. In NGC 1055 lijken de malende armen die kenmerkend zijn voor spiraalstelsels te ontbreken, omdat we het stelsel van opzij zien. Wel vertoont het stelsel vreemde vervormingen die waarschijnlijk zijn veroorzaakt door een interactie met een groot naburig sterrenstelsel.
Astronomen hebben, slechts veertig lichtjaar hiervandaan, een stelsel van zeven planeten ter grootte van de aarde ontdekt. Al deze planeten zijn gedetecteerd terwijl zij voor hun moederster – de ultrakoele dwergster TRAPPIST-1 – langs trokken. Dat is gebeurd met behulp van telescopen in de ruimte en op aarde, waaronder ESO’s Very Large Telescope. Volgens het artikel dat vandaag in het tijdschrift Nature verschijnt, bevinden drie van de planeten zich in de leefbare zone van hun ster en zouden er oceanen van water op hun oppervlak kunnen zijn. Nog nooit is in een planetenstelsel zo’n groot aantal planeten ter grootte van de aarde ontdekt waar leven kan bestaan.
Astronomen doen al geruime tijd onderzoek aan de gloeide kosmische wolken van gas en stof die te boek staan als NGC 6334 en NGC 6357. Deze reusachtige nieuwe opname van ESO’s Very Large Telescope Survey Telescope is slechts de meest recente in een lange reeks. Met ongeveer twee miljard pixels is dit een van de grootste opnamen die ESO ooit heeft vrijgegeven. De markante vormen van de beide wolken hebben hen de memorabele bijnamen Kattenpootnevel en Kreeftnevel opgeleverd.
Nieuwe opnamen, gemaakt met de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) in Chili, tonen details op de zon die doorgaans onzichtbaar zijn, waaronder een nieuwe kijk op het donkere, vervormde centrum van een zonnevlek die bijna twee keer zo groot is als de aarde. Het zijn de allereerste opnamen van de zon die zijn verkregen met een faciliteit waarvan ESO partner is. Ze zijn een belangrijke aanvulling op het scala aan waarnemingen dat wordt gebruikt om de fysica van onze nabije ster te onderzoeken.
Lancering van het Amerikaanse ruimteveer Discovery (STS-41) met aan boord het Amerikaans-Europese zonne-observatorium Ulysses. In 1994 onderzocht Ulysses de zuidpool van de Zon en in 1995 de noordpool. In 1999 en 2000 werden de poolgebieden van de Zon nogmaals gepasseerd. Ulysses was de eerste ruimtesonde die de poolgebieden van de Zon bestudeerde. Foto: NASA
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.