Ruimtevaart eist een zware tol van het menselijk lichaam. Astronauten krijgen tijdens hun verblijf in microzwaartekracht te maken met spierzwakte, botverlies, veranderingen in het gezichtsvermogen en cardiovasculaire verschuivingen. Hoewel wetenschappers veel van de directe effecten van ruimtevaart begrijpen, wordt al lang de vraag gesteld of deze veranderingen blijvende schade veroorzaken, met name aan het hart en de bloedvaten. Een nieuwe studie, gepubliceerd in het Journal of Applied Physiology, biedt bemoedigende antwoorden op de eerdere zorgen. Het onderzoeksteam volgde 13 NASA-astronauten tot vijf jaar na hun terugkeer van het internationale ruimtestation ISS en controleerde hun cardiovasculaire gezondheid door middel van gedetailleerde medische onderzoeken en echografieën van belangrijke slagaders.
De astronauten, die bij de lancering tussen de eind dertig en eind vijftig waren, brachten tussen de vier maanden en bijna een jaar door aan boord van het ruimtestation. Tijdens hun missies ondervonden ze de typische cardiovasculaire veranderingen die gepaard gaan met microzwaartekracht: verminderde bloedcirculatie, verminderde fysieke capaciteit en de duizeligheid die veel astronauten voelen wanneer ze voor het eerst terugkeren naar de zwaartekracht van de aarde. Het team ontdekte echter dat de resultaten op lange termijn opmerkelijk positief waren. Ze gebruikten echografie om de halsslagaders in de nek en de armslagaders van de astronauten te onderzoeken, belangrijke indicatoren voor de cardiovasculaire gezondheid. Ze vonden geen aanwijzingen voor verdikking of verstijving van de slagaders, wat doorgaans wijst op een toekomstig risico op hartziekten. Bloed- en urinetests toonden aan dat ontstekings- en oxidatieve stressmarkers, die tijdens de ruimtevlucht waren gestegen, binnen een week na de landing weer normaal waren. De bloedvaten van de astronauten behielden hun vermogen om goed te verwijden, een ander cruciaal teken van cardiovasculaire gezondheid.
Misschien wel het belangrijkste is dat geen van de astronauten tijdens de vijfjarige follow-upperiode tekenen, symptomen of diagnoses van hart- en vaatziekten ontwikkelde. Toen onderzoekers standaard risicobeoordelingsinstrumenten gebruikten om de kans van de astronauten op het ontwikkelen van hartziekten in het komende decennium te berekenen, constateerden ze slechts een bescheiden toename die grotendeels toe te schrijven was aan normale veroudering en niet aan blootstelling aan ruimtevluchten. Het onderzoek bracht wel enkele kleine veranderingen in de loop van de tijd aan het licht. Het totale cholesterol- en glucosegehalte steeg licht tijdens de observatieperiode van zeven jaar, maar andere diabetesmarkers bleven stabiel. Deze bevindingen zijn bijzonder belangrijk omdat de astronauten na hun missies een actieve levensstijl bleven leiden, ook degenen die met pensioen waren gegaan bij NASA. Dit suggereert dat de beschermende effecten niet alleen te danken zijn aan voortdurende intensieve training, maar ook een weerspiegeling zijn van echte cardiovasculaire veerkracht.
Het onderzoek richt zich op cruciale vragen nu ruimtevaartorganisaties steeds ambitieuzere missies plannen, waaronder uiteindelijk reizen naar Mars die jaren in plaats van maanden kunnen duren. Inzicht in hoe het menselijk lichaam reageert op langdurige ruimtevluchten is essentieel voor het waarborgen van de veiligheid van astronauten en het welslagen van missies. De studie concludeerde dat astronauten opmerkelijk goed bestand lijken te zijn tegen de cardiovasculaire belasting van ruimtevluchten, waarbij hun hart- en bloedvatenstelsel zelfs jaren na terugkeer op aarde geen tekenen van blijvende schade vertonen. Dit is positief en bemoedigend nieuws voor zowel de huidige astronauten als de toekomst van de bemande ruimtevaart.
Bron: Universe Today