ls
Foto: NASA / ESA

Kijk naar een foto van een sterrenstelsel en de kans is groot dat je een spiraalvormig stelsel ziet: een majestueuze draaikolk van sterren, gas en stof, met sierlijke armen die zich vanuit een heldere kern naar buiten slingeren. Spiraalstelsels behoren tot de meest fotogenieke objecten aan de hemel. Ons eigen thuisstelsel, de Melkweg, is er een voorbeeld van. Maar achter hun schoonheid schuilt een complex verhaal van ontdekking, structuur en kosmische evolutie.

Hoewel spiraalstelsels elegant ogen, zijn ze niet statisch. Botsingen en zwaartekrachtsinteracties kunnen hun vorm dramatisch veranderen. Kleine satellietstelsels kunnen spiraalarmen verstoren of zelfs nieuwe armen opwekken. Wanneer twee grote spiraalstelsels botsen, verdwijnen hun structuren vaak en ontstaat uiteindelijk een elliptisch stelsel. Een beroemd voorbeeld is het paar M51 en NGC 5195: de spiraalstructuur van M51 is deels versterkt door de nabijheid van zijn kleine begeleider.

Waarnemingen tonen aan dat de buitenste sterren in spiraalstelsels sneller bewegen dan verwacht op basis van zichtbare massa. Dit wijst op de aanwezigheid van donkere materie: een onzichtbare substantie die veel meer massa toevoegt dan alle sterren en gas samen. Zonder donkere materie zouden spiraalstelsels uit elkaar vallen.

Spiraalstelsels zijn de plekken waar de meeste nieuwe sterren in het universum worden geboren. De spiraalarmen zijn rijk aan gas en stof, de grondstoffen voor stervorming. Jonge, hete, blauwe sterren en heldere nevels markeren deze kraamkamers. Vergelijk een spiraalstelsel met een levendige stad: in de buitenwijken (de armen) bruist het van nieuwe activiteit, terwijl in het centrum (de kern) vooral oudere inwoners wonen.

Ontdekking en vroege waarnemingen

Al in de 17e eeuw zagen astronomen met de eerste telescopen nevelachtige vlekjes aan de hemel. Lange tijd werd gedacht dat dit gaswolken binnen de Melkweg waren. Pas in de 19e eeuw, met krachtiger telescopen, begonnen sommige van deze nevels spiraalstructuren te vertonen. Een beroemd voorbeeld is de Draaikolknevel (M51), die in 1845 door William Parsons met een grote telescoop werd geschetst als een draaikolkvormig object. Toch bleef het onduidelijk wat deze nevels werkelijk waren. Pas in de jaren 1920 bracht de Amerikaanse astronoom Edwin Hubble de doorbraak. Door variabele sterren in de Andromedanevel (M31) te bestuderen, ontdekte hij dat deze veel verder weg lag dan de grenzen van onze Melkweg. Daarmee werd duidelijk dat spiraalnevels geen gaswolken waren, maar complete sterrenstelsels op zichzelf: eilandenuniversa.

Hoe ziet een spiraalstelsel eruit?

Spiraalstelsels zijn schijfvormige stelsels met een kern in het midden en opvallende armen die daaruit naar buiten kronkelen. Hun uiterlijk doet denken aan een reuzenkatharina­wiel of een schelp. De belangrijkste onderdelen zijn:

  1. De kern (bulge): Een dichte, bolvormige regio van oude sterren in het centrum. Hier bevindt zich vaak een superzwaar zwart gat.
  2. De schijf: Een platte, ronddraaiende schijf van sterren, gas en stof. Hier vinden we de spiraalarmen, de plekken waar nieuwe sterren worden geboren. 
  3. De spiraalarmen: Dit zijn geen vaste structuren van sterren, maar gebieden waar de dichtheid van materie hoger is, vergelijkbaar met verkeersopstoppingen. Gaswolken in deze armen worden samengeperst, wat leidt tot de vorming van nieuwe, jonge en hete sterren. Daarom lichten de armen vaak blauw op.
  4. De halo: Een ijle bol van oude sterren en bolhopen die de schijf omringt. Hier bevindt zich ook veel donkere materie, die ervoor zorgt dat het stelsel bij elkaar blijft.

Variaties in spiraalstelsels

Niet alle spiraalstelsels zien er hetzelfde uit. Astronomen onderscheiden verschillende typen:

  • Gewone spiraalstelsels (S): Deze hebben een ronde kern met spiraalarmen die daaruit naar buiten slingeren. Voorbeelden: M51 (Draaikolknevel) en M74.
  • Balkspiraalstelsels (SB): Bij deze loopt er een duidelijke balk van sterren door het centrum, waaruit de armen ontspringen. Onze eigen Melkweg is zo’n balkspiraal. Bekende voorbeelden zijn NGC 1300 en M91.
  • Tussenvormen (SAB): Sommige stelsels hebben een zwakke of gedeeltelijke balkstructuur.

Daarnaast varieert de “strakheid” van de armen: sommige stelsels hebben los gekrulde armen, andere zeer strakke windingen.

Enkele van de belangrijkste en mooiste spiraalstelsels

  • Melkweg
    Ons eigen sterrenstelsel, een balkspiraal met meerdere armen. We bevinden ons in de Orionarm, een kleinere zijtak. Hoewel we haar structuur van binnenuit niet volledig kunnen zien, is ze ons kosmische thuis en een klassiek voorbeeld van een spiraalstelsel. 
  • Andromedanevel (M31)
    Het dichtstbijzijnde grote spiraalstelsel, op ongeveer 2,5 miljoen lichtjaar afstand. Het is iets groter dan de Melkweg en zal er over vier miljard jaar mee samensmelten. Met het blote oog zichtbaar als een wazig vlekje. 
  • Draaikolknevel (M51)
    Misschien wel hét schoolvoorbeeld van een spiraalstelsel, met prachtig gedefinieerde armen. Ligt op 23 miljoen lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Jachthonden (Canes Venatici) en vormt samen met begeleider NGC 5195 een opvallend paar. 
  • NGC 1300
    Een spectaculaire balkspiraal in het sterrenbeeld Eridanus, op circa 70 miljoen lichtjaar afstand. Zijn symmetrische armen en markante centrale balk maken het tot een van de mooiste stelsels op foto’s van de Hubble-ruimtetelescoop. 
  • Whirlpool’s “buur” M101 (Pinwheel Galaxy)
    Een reusachtig spiraalstelsel in het sterrenbeeld Grote Beer, op 21 miljoen lichtjaar afstand. Het heeft een diameter van meer dan 170.000 lichtjaar, veel groter dan de Melkweg, en zijn losse, sierlijke armen maken het tot een favoriet bij amateurfotografen. 
  • Sombreronevel (M104)
    Een uniek spiraalstelsel in het sterrenbeeld Maagd, dat door zijn dikke stofband en heldere kern doet denken aan een sombrerohoed. Het combineert de elegantie van een spiraal met een bijzonder silhouet. 
  • NGC 1365
    Een van de mooiste balkspiralen, op 56 miljoen lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Oven (Fornax). Bekend om zijn opvallend symmetrische armen en actieve kern. Wordt vaak gebruikt in onderzoek naar balkstructuren en stervorming. 
  • NGC 6946 (Vuurwerkstelsel)
    Ligt op de grens van de sterrenbeelden Cepheus en Zwaan, op 22 miljoen lichtjaar afstand. Dit spiraalstelsel is beroemd om zijn hoge aantal waargenomen supernova’s in de afgelopen eeuw en zijn kleurrijke, vuurwerkachtige uiterlijk.

Messier 101 - Foto: ESA/NASA/Hubble

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 1971

Het gebeurde toen

Vanop de Bajkonoer lanceerbasis wordt de Russische Luna 18 Maanlander in de ruimte gebracht. Het ruimtetuig begeeft zich op 7 september in een baan om de Maan en start op 11 september 1971 aan de afdaling naar het Maanoppervlak. Op het punt waar men had willen landen, verloor men alle contact met de Luna 18 omwille van problemen met de radio-hoogtemeter.

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

Sociale netwerken