Een nieuwe opname, gemaakt met ESO’s surveytelescoop VISTA, plaatst de beroemde Trifidnevel in een nieuw, spookachtig licht. Door waarnemingen te doen in het infrarood kunnen astronomen dwars door de stofrijke centrale delen van de Melkweg heen kijken en objecten ontdekken die eerder onopgemerkt bleven.
Alleen al in dit kleine stukje van een van de VISTA-surveys hebben astronomen twee onbekende en zeer verre veranderlijke sterren van het cepheïdentype ontdekt, die vrijwel recht achter de Trifidnevel staan. Het is voor het eerst dat cepheïden in het centrale vlak van de Melkweg, voorbij zijn centrale verdikking zijn opgespoord. In het kader van een van zijn grote surveys van de zuidelijke hemel brengt de VISTA-telescoop van de ESO-sterrenwacht op Paranal, in het noorden van Chili, de centrale delen van de Melkweg in kaart. Dat gebeurt in het infrarood, om nieuwe, verborgen objecten te kunnen ontdekken. Bij deze VVV-survey (de afkorting staat voor VISTA Variables in the Via Lactea) worden dezelfde hemelgebieden steeds opnieuw waargenomen, om objecten te kunnen opsporen die in de loop van de tijd van helderheid veranderen.
Een piepklein deel van de enorme VVV-gegevens is gebruikt om deze opvallende nieuwe afbeelding van een beroemd object te maken. Het gaat om het stervormingsgebied Messier 20, dat vanwege de spookachtige donkere banden die het (door een telescoop gezien) in drieën deelt, beter bekend is als de Trifidnevel. De bekende foto’s van de Trifidnevel tonen deze in zichtbaar licht. Hij vertoont dan een combinatie van de heldere gloed van geïoniseerd waterstofgas en de blauwe waas van verstrooid licht dat van hete, jonge sterren afkomstig is. Ook zijn opvallende wolken van licht-absorberend stof te zien. Maar deze infraroodopname van VISTA geeft een heel ander beeld: de nevel is nog maar een schim van zijn gedaante in zichtbaar licht. De stofwolken zijn veel minder opvallend, en de heldere gloed van de waterstofwolken is nog maar nauwelijks te zien. De driedeling valt vrijwel niet meer op.
In plaats daarvan toont de nieuwe opname een spectaculair nieuw panorama. De dikke stofwolken in de schijf van ons Melkwegstelsel, die zichtbaar licht absorberen, laten bijna al het infrarode licht dat VISTA kan waarnemen door. Hierdoor kan VISTA zien wat zich achter de Trifidnevel bevindt, en objecten aan de andere kant van Melkweg detecteren die nog nooit eerder zijn waargenomen. Bij toeval toont deze foto een goed voorbeeld van de verrassingen die je in het infrarood kunt tegenkomen. Schijnbaar vlakbij de Trifidnevel, maar in werkelijkheid zeven keer zo ver weg [1], zijn in de VISTA-gegevens twee veranderlijke sterren ontdekt. Het gaat om cepheïden, een helder stertype dat instabiel is en afwisselend helderder en zwakker wordt. De twee sterren – vermoedelijk de helderste leden van een sterrenhoop – zijn de enige cepheïden die tot nu toe dicht bij het centrale vlak, maar aan de verre kant van de Melkweg zijn ontdekt. Hun helderheid gaat op en neer met een periode van elf dagen.
Noten
[1] De Trifidnevel is ongeveer 5 200 lichtjaar van de aarde verwijderd. Het centrum van de Melkweg staat ruwweg in dezelfde richting, op een afstand van ongeveer 27 000 lichtjaar. De afstand van de recent ontdekte cepheïden bedraagt ongeveer 37.000 lichtjaar.
Meer informatie Deze resultaten zijn gepubliceerd in het artikel ‘Discovery of a Pair of Classical Cepheids in an Invisible Cluster Beyond the Galactic Bulge’, van I. Dékány et al., dat onlangs in de Astrophysical Journal Letters is verschenen.
Het onderzoeksteam bestaat uit I. Dékány (Millennium Institute of Astrophysics, Santiago, Chili; Universidad Católica de Chile, Santiago, Chili), D. Minniti (Universidad Andres Bello, Santiago, Chili; Millennium Institute of Astrophysics; Center for Astrophysics and Associated Technologies; Vatican Observatory, Vaticaanstad), G. Hajdu (Universidad Católica de Chile; Millennium Institute of Astrophysics), J. Alonso-García (Universidad Católica de Chile; Millennium Institute of Astrophysics), M. Hempel (Universidad Católica de Chile), T. Palma (Millennium Institute of Astrophysics; Universidad Católica de Chile;), M. Catelan (Universidad Católica de Chile; Millennium Institute of Astrophysics), W. Gieren (Millennium Institute of Astrophysics; Universidad de Concepción, Chili) en D. Majaes (Saint Mary’s University, Halifax, Canada; Mount Saint Vincent University, Halifax, Canada).
ESO is de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie in Europa en de meest productieve sterrenwacht ter wereld. Zij wordt ondersteund door zestien lidstaten: België, Brazilië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland, en door gastland Chili. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van grote sterrenwachten die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. Ook speelt ESO een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op astronomisch gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staan ESO’s Very Large Telescope (VLT), de meest geavanceerde optische sterrenwacht ter wereld, en twee surveytelescopen: VISTA werkt in het infrarood en is de grootste surveytelescoop ter wereld en de VLT Survey Telescope is de grootste telescoop die specifiek is ontworpen om de hemel in zichtbaar licht in kaart te brengen. ESO is ook de Europese partner van de revolutionaire telescoop ALMA, het grootste astronomische project van dit moment. En op Cerro Armazones, dicht bij Paranal, bouwt ESO de 39-meter Europese Extremely Large optical/near-infrared Telescope (E-ELT), die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.