Op deze nieuwe opname van ESO’s Very Large Telescope komt de komeetglobule CG4 over als de wijd opengesperde muil van een reusachtig kosmisch monster. Hoewel hij op de foto groot en helder lijkt, is dit eigenlijk een zwakke nevel, die voor amateur-astronomen maar moeilijk te herkennen is. De precieze aard van CG4 blijft een mysterie. In 1976 werden op foto’s, genomen met de UK Schmidt Telescope in Australië, verscheidene langwerpige komeet-achtige objecten ontdekt.
De ESO-sterrenwacht op Paranal, in het noorden van Chili, heeft een nieuw instrument in gebruik genomen: de Next-Generation Transit Survey (NGTS). Hiermee wordt naar exoplaneten gezocht die – vanaf de aarde gezien – voor hun moederster langs trekken en daarbij het licht van de ster enigszins verzwakken. De nieuwe faciliteit is gericht op de ontdekking van planeten ter grootte van Neptunus en kleiner, met diameters van twee tot acht keer die van de aarde.
Deze intrigerende nieuwe ESO-opname lijkt een donker gat te vertonen. Maar in werkelijkheid is het geen gat, maar een gebied in de ruimte waar zich veel gas en stof heeft verzameld. De donkere wolk heet LDN 483, wat staat voor Lynds Dark Nebula 483. Wolken als deze zijn de kraamkamers van toekomstige sterren. De opname is gemaakt met de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili. LDN 483 [1] staat op een afstand van ongeveer 700 lichtjaar in het sterrenbeeld Slang (Serpens).
Deze spectaculaire opname van de sterrenhoop Messier 47 is gemaakt met de Wide Field Imager-camera van de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla (Chili). Deze jonge open sterrenhoop wordt gedomineerd door een paar dozijn heldere, blauwe sterren, maar bevat ook enkele rode reuzensterren die daar duidelijk bij afsteken. Messier 47 staat op een afstand van ongeveer 1 600 lichtjaar in het sterrenbeeld Puppis (de ‘achtersteven’ van het mythologische schip Argo).
Tijdens een recente vergadering heeft ESO’s belangrijkste bestuursorgaan, de Raad [1], groen licht gegeven voor de bouw, in twee fasen, van de European Extremely Large Telescope (E-ELT). Voor de eerste fase – de constructie van een volledig werkende telescoop en een reeks krachtige instrumenten die over tien jaar hun eerste licht moeten opvangen – is een bedrag van ongeveer een miljard euro beschikbaar gesteld. Het zal geweldige wetenschappelijke ontdekkingen op het gebied van exoplaneten, de stellaire samenstelling van nabije sterrenstelsels en het diepe heelal mogelijk maken.
Nieuwe waarnemingen met ESO’s Very Large Telescope (VLT) in Chili hebben een opvallende eendracht aan het licht gebracht in de grootste structuren van het heelal. Een Europees onderzoeksteam heeft ontdekt dat de rotatie-assen van de centrale superzware zwarte gaten in een steekproef van quasars die miljarden lichtjaren van elkaar verwijderd zijn evenwijdig aan elkaar staan. Het team heeft ook vastgesteld dat de rotatie-assen van deze quasars de neiging hebben om zich te richten naar de grote structuren van het kosmische web waartoe zij behoren.
Het nieuwe MUSE-instrument van ESO’s Very Large Telescope (VLT) heeft onderzoekers een beter beeld gegeven van een spectaculaire kosmische botsing. De waarnemingen tonen voor het eerst de beweging van gas dat uit het sterrenstelsel ESO 137-001 wordt gerukt, terwijl dit stelsel zich met hoge snelheid in een omvangrijke cluster boort. De resultaten zijn de sleutel tot de oplossing van een al lang bestaand mysterie: waarom de stervorming in clusters tot stilstand komt.
Deze nieuwe opname van ALMA, de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array, geeft een ongekend gedetailleerd beeld van de planeten-vormende schijf rond een jonge ster. Dit zijn de eerste waarnemingen waarbij ALMA in haar bijna-definitieve configuratie is gebruikt – nooit eerder zijn op submillimetergolflengten zulke scherpe beelden gemaakt.
Door de volledige kracht van de Very Large Telescope Interferometer te benutten, heeft een internationaal team van astronomen zodiakaal licht ontdekt in de buurt van de leefbare zones rond negen nabije sterren. Dit schijnsel bestaat uit sterlicht dat wordt weerkaatst door stof dat is ontstaan bij botsingen tussen planetoïden en door de verdamping van kometen. De aanwezigheid van zulke grote hoeveelheden stof in de naaste omgeving van sommige sterren zou het in beeld brengen van aarde-achtige planeten straks wel eens kunnen bemoeilijken.
Voor het eerst hebben astronomen met behulp van ALMA een lint van gas en stof gedetecteerd tussen een omvangrijke buitenschijf en de binnenste regionen van een dubbelstersysteem. Deze structuur zou verantwoordelijk kunnen zijn voor de instandhouding van een tweede, kleinere schijf van planeetvormend materiaal, die anders allang geleden verdwenen zou zijn.
In de stad Colombo, Sri Lanka, overlijdt Sir Arthur Charles Clarke. Hij schreef het boek 2001: A Space Odyssey en bedacht in 1945 het principe van de geostationaire communicatiesatelliet. Deze bijzondere baan om onze planeet is ook bekend als de 'Clarke Orbit'. Zijn bekendste boek, 2001: A Space Odyssey, werd in 1968 verfilmd en wordt beschouwd als een mijlpaal in de filmgeschiedenis. Clarke deed op de Amerikaanse televisie samen met Walter Cronkite ook verslag van de Apollo-maanexpedities en werd in 2000 door de Britse koningin geridderd voor zijn verdiensten.
Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!
Wordt medewerkerDeze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.