Volgens de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft de onbemande Voyager 1 ruimtesonde het zonnestelsel verlaten. Na een reis van 36 jaar en meer dan 18 miljard kilometer is Voyager 1 nu het eerste, door de mens gebouwde, ruimtetuig dat in de eindeloze ruimte terechtkomt.
Momenteel bevindt Voyager 1 zich op een afstand van 18,8 miljard kilometer van de Aarde. Aangezien het de eerste keer is dat een ruimtetuig ons zonnestelsel verlaat, was het voor wetenschappers dan ook niet altijd eenvoudig om te bepalen of Voyager 1 wel of niet ons zonnestelsel heeft verlaten. Om toch een ‘grens’ te kunnen vaststellen, gaan wetenschappers er van uit dat bij de overgang van heliosfeer naar interstellaire ruimte een plotselinge toename optreedt in de dichtheid van het plasma. Volgens NASA gebeurde het historische moment in augustus 2012 en komt het bewijs hiervoor van de Zon. Onze ster, de Zon, slingerde in maart 2012 een grote hoeveelheid plasmadeeltjes de ruimte in die dertien maanden later, in de vorm van een plasmawolk, aankwam bij Voyager 1. Metingen met de plasmagolfdetector aan boord van Voyager 1 toonden aan dat de plasmawolk in de buurt van de ruimtesonde veel dikker was dan eerder werd gemeten aan de rand van het zonnestelsel. Dit bleek voor NASA uiteindelijk het bewijs te zijn dat Voyager 1 was aangekomen in een eindeloos gebied dat wetenschappers het ‘interstellaire medium’ noemen. Toen men vervolgens ook oudere data van Voyager 1 analyseerde, zag men dat dit in 2012 ook al werd gemeten. Hierdoor kwamen wetenschappers uiteindelijk tot de vaststelling dat het ruimtetuig rond 25 augustus 2012 het zonnestelsel moet hebben verlaten. Ironisch genoeg is 25 augustus 2012 ook de dag waarop de Amerikaanse astronaut en Maanwandelaar Neil Armstrong overleed.
Toch is nog steeds niet iedereen overtuigd dat Voyager het zonnestelsel heeft verlaten. Sommige wetenschappers wijzen erop dat de magnetometer aan boord van het ruimtetuig geen verandering heeft gemeten in de richting van het magnetisch veld. Indien men zich in de overgang van heliosfeer naar de interstellaire ruimte zou bevinden, zou een verandering in de richting van het magnetische veld wel merkbaar moeten zijn. Anderen geloven dan weer dat de gemeten toename in de plasmadichtheid simpelweg wordt veroorzaakt doordat zich aan de buitengrens van de heliosfeer zonnedeeltjes ophopen. Ondanks het feit dat er nog steeds vragen worden gesteld of Voyager 1 nu wel of niet het zonnestelsel heeft verlaten, zijn de bewijzen die NASA ditmaal gebruikt wel voor velen overtuigend. Wellicht komt hierdoor een eind aan een lange discussie wanneer Voyager 1 het zonnestelsel zal verlaten.
Nadat Voyager 1 in 1977 werd gelanceerd vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida, kwam dit ruimtetuig anderhalf jaar later aan bij de gigantische planeet Jupiter. Van januari 1979 tot april 1979 nam Voyager 1 honderden foto’s van Jupiter en ontdekte het ruimtetuig ondermeer het bestaan van zwavelvulkanen op de Jupitermaan Io. Later bereikte het tuig ook nog de planeet Saturnus. Momenteel vliegt Voyager 1 met een snelheid van 17 kilometer seconden door de ruimte en dankzij een thermo-elektrische radio-isotopengenerator heeft het ruimtetuig nog genoeg energie om tot 2025 te functioneren. De afstand tot Voyager 1 is zo groot dat het dataverkeer tussen de Aarde en het ruimtetuig maar liefst 33 uur duurt. Voyager 1 is niet op weg naar één bepaalde ster maar zal over ongeveer 40 000 jaar de dichtsbijzijnde ster, Gliese 445, bereiken. Ondertussen moet Voyager 1 wetenschappers meer leren over de 'lege' ruimte tussen de sterren.