Vanop NASA's Wallops Flight Facility in de Amerikaanse staat Virginia is op donderdag 9 januari 2014 met succes een Cygnus bevoorradingstuig voor het internationale ruimtetsation ISS in de ruimte gebracht. De onbemande vrachtmodule vertrok om 19u07 Belgische tijd en werd met behulp van een Antares raket tien minuten later uitgezet in een lage baan om de Aarde.
Cygnus CRS Orb-1
Deze lancering had normaal een dag eerder moeten plaatsvinden maar werd uitgesteld omwille van de toegenomen zonne-activiteit. Uiteindelijk werd de tweede Cygnus vrachtmodule succesvol in de ruimte gebracht en is het onbemande ruimtetuig op weg naar het ISS. Tijdens de eerste missie, in september 2013, werd deze nieuwe vrachtmodule en zijn systemen uitvoerig getest waarna werd besloten over te gaan tot de eerste echte commerciële bevoorradingsvlucht. Deze lancering was dan ook de eerste van acht zogenaamde 'Commercial Resupply Services' missies. In het kader van het Commercial Resupply Services programma sloot de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA enkele contracten af met private ruimtevaartbedrijven om het internationale ruimtestation ISS te bevoorraden. Deze eerste 'commerciële' Cygnus werd genoemd naar de gewezen NASA-astronaut C. Gordon Fullerton die in augustus 2013 overleed. Tijdens deze CRS Orb-1 missie moet de onbemande Cygnus vrachtmodule 1,4 ton aan bevoorrading naar het ISS brengen. Eenmaal het Cygnus ruimtetuig zich op enkele meters van het ruimtestation zal bevinden, zal het bevoorradingstuig worden 'vastgegrepen' door middel van de robotarm van het ISS. Vervolgens zal het ruimtetuig worden vastgehecht aan de Harmony module van het ruimtestation waarna de ISS-bewoners kunnen starten met het overladen van de vracht. De koppeling aan het ruimtestation is voorzien voor 12 januari 2014. Op het einde van de missie zal de Cygnus vrachtmodule worden volgeladen met afval waarna het ruimtetuig zal opbranden in de atmosfeer van de Aarde.
De Cygnus vrachtmodule wordt bevestigd aan de Antares draagraket - Foto: Orbital
De Cygnus vrachtmodule
Elk Cygnus ruimtetuig bestaat uit twee belangrijke onderdelen. Zo is de Pressurized Cargo Module (PCM) een onder druk gebrachte ruimte waarin men vracht kan opbergen die in een baan om de Aarde kan worden overgeladen door ruimtevaarders naar het ISS. Achter de Pressurized Cargo Module (PCM) bevindt zich de Service Module (SM) waarin zich het propulsiegedeelte en andere cruciale vluchtapparatuur bevinden. Terwijl de Service Module gebouwd wordt door Orbital Sciences Corporation in de Verenigde Staten is de Pressurized Cargo Module afkomstig van de Italiaanse vestiging van het Europese ruimtevaartbedrijf Thales Alenia Space. Het ontwerp van de Service Module werd gebaseerd op dat van het STAR-platform dat Orbital Sciences Corporation ook gebruikt bij de bouw van communicatiesatellieten. De Service Module heeft een gewicht van ongeveer 1,8 ton en beschikt over raketmotoren die als brandstof hydrazine en distikstoftetraoxide gebruiken. Aan deze Service Module bevinden zich ook twee zonnepanelen voor het opwekken van elektriciteit die gebouwd worden door het Nederlandse ruimtevaartbedrijf Dutch Space. Het belangrijkste onderdeel van elke Cygnus is ongetwijfeld de Pressurized Cargo Module. Het ontwerp van deze module werd gebaseerd op dat van de Multi-Purpose Logistics Module (MPLM). Deze 1,8 ton zware cilindervormige ruimte is 3,6 meter lang, heeft een diameter van 3,07 meter en beschikt over een vrachtruimte die alles samen 18,9 kubieke meter groot is. Binnenin deze ruimte kan men twee ton aan vracht opbergen om dit vervolgens naar het internationale ruimtestation ISS te brengen. Aan de Pressurized Cargo Module bevindt zich ook een Common Berthing Mechanism waarmee men het bevoorradingstuig kan vasthechten aan het Amerikaanse gedeelte van het ISS. Na de eerste drie missies van het Cygnus ruimtetuig is Orbital Sciences Corporation van plan om een grotere variant van de Cygnus te gebruiken. Deze variant beschikt over een iets langere Pressurized Cargo Module zodat men dan over 27 kubieke meter opbergruimte beschikt. Daarnaast zal voor de grotere variant de Service Module ook uitgerust worden met lichtere zonnepanelen die ontwikkeld worden door Alliant Techsystems (ATK). Het uiteindelijk doel is om met de grotere variant 700 kilogram meer vracht naar het ISS te brengen.
28 aardobservatiesatellieten reizen mee
Aan boord van de Cygnus vrachtmodule bevonden zich ook 28 kleine satellieten die meereizen naar het internationale ruimtestation ISS. Deze satellieten zijn zogeheten ‘CubeSats’ en zijn elk 30 bij 10 bij 10 centimeter groot. Elke satelliet heeft een gewicht van slechts vier kilogram. Eenmaal uitgezet in een baan om de Aarde gaan deze 28 CubeSats het Flock 1 netwerk vormen. Deze kleine en lichte satellieten werden door het private bedrijf Planet Labs ontwikkeld om tegen een lage prijs hoge resolutiebeelden van het aardoppervlak te maken. De data afkomstig van deze satellieten kan dan wereldwijd worden gebruikt door wetenschappers voor ondermeer de studie van het klimaat of het in beeld brengen van natuurrampen. Het in San Fransico gevestigde Private Labs werd in 2010 opgericht door Chris Boshuizen, Will Marshall en Robbie Schingler die eerder allemaal werkzaam waren bij de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Doordat het Flock-netwerk bestaat uit 28 identieke satellieten, die zich in een baan om de Aarde gaan voortbewegen op een hoogte van 400 kilometer, kan dit het hele aardoppervlak zeer snel in beeld brengen. Ondanks het feit dat de Flock-satellieten zeer klein en licht zijn, kunnen deze beelden maken met een resolutie van 3 tot 5 meter. Planet Labs is er dan ook van overtuigd dat zijn netwerk van kleine en goedkope aardobservatiesatellieten een grote concurrent kan worden voor bedrijven als Digital Globe, GeoEye en Spot Image die beelden gebruiken en verkopen afkomstig van grote en dure satellieten. Om dit unieke project te kunnen realiseren, kan Planet Labs rekenen op enkele belangrijke investeerders zoals de Russische miljardair Yuri Milner die in december 2013 maar liefst 52 miljoen dollar investeerde in Planet Labs. In tegenstelling tot andere satellieten, die worden uitgezet in de ruimte door een draagraket, reizen de 28 Flock-satellieten eerst met de Cygnus bevoorradingsmodule mee naar het internationale ruimtestation ISS. Eenmaal de Cygnus is vastgehecht aan het ruimtestation zullen de ruimtevaarders aan boord van het ruimtestation de kleine aardobservatiesatellieten overladen. Uiteindelijk moeten de 28 Flock-satellieten vanaf het Japanse ruimtelabo, dat deel uitmaakt van het ISS, uitgezet worden in een baan om de Aarde. Dit is niet de eerste maal dat er satellieten in de ruimte worden gebracht voor het ruimtevaartbedrijf Planet Labs. Zo werden er in april en november 2013 al eens vier kleine aardobservatiesatellieten, genaamd Dove 1, Dove 2, Dove 3 en Dove 4, door een Amerikaanse Antares en Oekraïense Dnepr raket in de ruimte gebracht. Deze eerste vier satellieten werden gebruikt als test- en demonstratieplatform en stuurden al tal van beelden van onze planeet terug naar de Aarde.