De Zon, cruciaal voor alle leven op Aarde, is ongetwijfeld het belangrijkste hemellichaam in ons zonnestelsel. De Zon werd millennia lang aanbeden als een godheid, totdat 17de eeuwse astronomen zoals Christiaan Huygens (1629-1695) en Johannes Hevelius (1611-1687) serieus filosoferen over de idee dat de Zon een ster is.
Op het einde van de jaren 1970 waren er in het Instituut voor Sterrenkunde (IvS) van de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) naast het theoretisch onderzoek weinig observatieprojecten. De Leuvense astronomen dienden dan ook observatietijd te reserveren bij buitenlandse telescopen, voornamelijk in Chili. Deze manier van werken vergde nauwkeurige planning om telkens slechts enkele nachten waarnemingstijd te bekomen.
Met de heropbouw van Londen na de Tweede Wereldoorlog, besliste de toenmalige Astronomer Royal om de telescopen van het Royal Observatory van Greenwich te verplaatsen naar Herstmonceux in Sussex aan de zuidelijke kust van England. Eind de jaren 1940 kwam de Royal Astronomical Society (RAS) met plannen op de proppen voor de bouw van een 2,54 m reflector (spiegel telescoop) zodat Groot-Brittannië opnieuw een rol van betekenis kon spelen in de optische sterrenkunde.
In mei 2011 stelden Europese wetenschappers hun ontwerpstudie voor van een revolutionaire gravitatiedetector om zwarte gaten en de oorsprong van het universum te onderzoeken. Het innovatieve observatorium zal toelaten om precisiemetingen uit te voeren met gravitatiegolven, uiterst kleine rimpels in het weefsel van ruimtetijd, waarvan voorspeld is dat ze ontstaan uit kosmische catastrofen zoals samensmeltende zwarte gaten, botsende neutronensterren en ineenstortende supernovae.
Na de realisatie van de 5,0 m Hale telescoop (1949) op Mount Palomar in California – VSA, stagneerde de diameter van de spiegels voor sterrenkundige observatoria in de 4,0 m klasse. Met uitzondering van de 6,0 m Bolshoi reflector (1975) in de Kaukasus – Rusland, namen de astronomen genoegen met 3,6 m en 4,0 m telescopen aangezien er een grote evolutie was in detectietechnieken. Detectortechnologie groeide uit van fotografische platen naar zeer gevoelige elektronische lichtdetectoren, Charge Coupled Devices (CCD).
Radio astronomie kwam in Duitsland, in vergelijking met de meeste andere Europese landen, pas laat tot bloei wegens de opgelegde restricties na de Tweede Wereldoorlog. En alhoewel onderzoek hierna, eind jaren '40, nog verboden was bleek achteraf dat men in en om de steden Kiel en Tübingen reeds begonnen was met de bouw van de eerste radio-observatoria.
Sinds de ontwikkeling van de radio in de jaren 1890, waren uitvinders zoals Nikola Tesla (1856-1943) en Guglielmo Marconi (1874-1937) ervan overtuigd dat men signalen uit het zonnestelsel kon ontvangen. Het duurde echter tot 1933 voordat de Amerikaanse radio ingenieur Karl Jansky (1905-1950), met zijn 30 m buizen-antenne “radio hiss” detecteerde vanuit het centrum van de Melkweg, ons sterrenstelsel.
In het begin van de zeventiende eeuw begon de ontwikkeling van de telescoop als een wetenschappelijk instrument dat een nieuw venster bood op het universum. In 1609 werd de Italiaanse natuurkundige Galileo Galilei (1564-1642) de eerste astronoom om objecten aan de nachtelijke hemel met een telescoop te bestuderen. Zijn waarnemingen van o.a. de schijngestalten van Venus bevestigden het heliocentrisch model van het zonnestelsel, omschreven door de Poolse sterrenkundige Nicolaus Copernicus (1473-1543) in zijn geruchtmakend boek “De Revolutionibus Orbium Coelestium” (De omwentelingen van de hemelbanen).
Het gebruik van sterrenkundige apparatuur aan boord van vliegtuigen stamt uit de jaren 1920 en richtte zich uitsluitend op zonnewaarnemingen. De voordelen van het inzetten van vliegtuigen voor zonsverduisteringen zijn legio; waarnemingen boven de wolken op de gewenste geografische locatie, langere tijd in de schaduw van een verduistering vertoeven en waarnemen met infrarood telescopen boven de vochtigste lagen van de troposfeer.
Medio de negentiende eeuw waren wetenschappers enorm gefascineerd door de eigenschappen van de chemische elementen. In 1868 publiceerde de Russische chemicus Dmitri Mendelejev (1834-1907) het periodiek systeem van de elementen dat hij baseerde op het kaartspel patience. In 1895 ontdekte de Duitse natuurkundige Wilhelm Röntgen (1845-1923) de X-straling en werd daarmee de vader van de diagnostische radiologie.
De Amerikaanse ruimtesonde Pioneer Venus Orbiter brandt op in de atmosfeer van de planeet Venus. Dit onbemande ruimtetuig werd in mei 1978 in de ruimte gebracht en kwam op 4 december 1978 in een baan om de planeet Venus terecht. Aan boord van dit ruimtetuig bevonden zich zeventien instrumenten waarmee men de atmosfeer en het oppervlak van Venus kon onderzoeken. Foto: NASA
Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!
Wordt medewerkerDeze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.