Max Planck zorgde voor veel bijdragen op het gebied van de theoretische fysica en werd beroemd als de stichter van de kwantumtheorie. Zijn theorieën zorgden voor een revolutie van ons begrijpen van de atomaire en subatomaire processen en hebben, als één van de fundamentele theorieën van de twintigste eeuw, gezorgd voor industriële en militaire toepassingen die elk aspect van een moderne maatschappij beïnvloeden. Voor zijn ontwikkeling van de kwantumtheorie ontving Max Planck in 1918 de Nobelprijs voor de Natuurkunde.
Max Karl Ernst Ludwig Planck werd op 23 april 1858 geboren te Kiel, Duitsland. Toen hij negen jaar oud was, begon hij te studeren aan het beroemde Maximiliaan Gymnasium, waar hij zijn interesse voor fysica en wiskunde ontwikkelde. Alhoewel Planck in alle vakken uitstekende punten behaalde, besloot hij toch om fysica te gaan studeren, omdat volgens hem daarin de grootste originaliteit school. Muziek bleef wel een deel van zijn leven, hij was immers een begaafd pianospeler die graag Schubert en Brahms speelde. Ook was hij een man die graag buiten in de natuur was en die elke dag lange wandelingen maakte, zelfs tot na zijn 70e.
Planck deed zijn intrede in de universiteit van Munchen in 1874 en ging drie jaar later naar de universiteit van Berlijn. Na zijn studie daar behaalde hij in 1879 zijn doctoraat, en werd in 1880 een docent in Munchen. In 1885 kreeg hij een professorsschap aangeboden aan de universiteit van Kiel. In 1889 dan, kreeg hij een aanstelling aan de universiteit van Berlijn waar hij in 1892 hoogleraar werd. Zijn lezingen in Berlijn die alle vlakken van de theoretische fysica bestreken werden zeer goed gesmaakt door de wetenschappelijke gemeenschap en hij bleef dan ook voor de rest van zijn leven in Berlijn.
Planck was een revolutionair omdat hij een theoretische fysicus werd in een tijd waarin dat nog niet eens een volwaardige tak van de fysica was. Onder de invloeden die hem inspireerden, waren de wetten van het behoud van energie en de tweede wet van de thermodynamica. Deze theorieën brachten hem ertoe in 1900 de constante van Planck te ontdekken, oftewel een maat voor de energie van een deeltje. Planck's concept van energie op subatomair niveau was helemaal niet wat de klassieke theorieën daarvoor voorspelden, integendeel, Planck had zijn eigen theorie opgebouwd uit pure logica. Pas jaren later werd door het werk van Einstein en Bohr duidelijk dat Planck's theorie zeer verstrekkende gevolgen had. De ultieme erkenning kreeg Planck in 1918 toen hij de Nobelprijs voor zijn werk kreeg.
Planck deed geen echt belangrijke ontdekkingen meer na 1900 maar bleef wel een actief figuur binnen de wetenschappelijke gemeenschap. Hij droeg bij tot het vlak van de optica, thermodynamica en mechanica, en was ook de eerste prominente fysicus die Einstein's relativiteitstheorie omarmde. Planck werd door diverse aanstellingen aan de Duitse grote wetenschappelijke instituten een machtig persoon. Zo groot zelfs, dat hij één keer toegelaten werd om met Adolf Hitler te spreken, en om te proberen zijn mening tégen Duitsland raciale politiek te geven. Planck stierf op 4 oktober 1947 in Göttingen.