De Priroda module was de zevende en laatste module dat door Rusland in de ruimte gebracht werd in het kader van het Mir ruimteprogramma. Net als bij de bouw van de Spektr module kampte de bouw van dit onderdeel ook met serieuze budgettaire problemen. Uiteindelijk besliste de Verenigde Staten de afwerking van beide modules zelf te financieren met als tegenprestatie dat er tussen de 600 en 700 kilogram aan Amerikaanse experimenten werden ondergebracht in beide modules.
Het Russische Mir ruimtestation bestond uit één centrale basismodule waaraan later zes andere modules werden aan vastgehecht. Deze basismodule werd op 19 februari 1986 (plaatselijke tijd) gelanceerd door een krachtige Russische Proton raket vanop de Bajkonoer lanceerbasis in Kazachstan. Dit gevaarte bestond voornamelijk uit een compartiment waarin de ruimtevaarders konden slapen, eten en leven.
De eerste bemanning die het Amerikaanse ruimtestation Skylab zou bezoeken, kreeg de naam Skylab 2 en werd op 25 mei 1973 gelanceerd vanop het Kennedy Space Center door middel van een Saturn IB raket. De ervaren astronaut Pete Conrad, die eerder al twee ruimtevluchten maakte tijdens het Gemini ruimteprogramma en eveneens op de maan wandelde, was gezagvoerder van deze missie.
De eerste missie uit het nieuwe Amerikaanse bemande Gemini ruimtevaartprogramma was de lancering van de onbemande Gemini 1 ruimtecapsule op 8 april 1964 vanop het LC19 lanceerplatform op Cape Canaveral. Tijdens deze missie zouden de nieuwe Gemini ruimtecapsule en Titan II raket uitvoerig getest worden en zouden vluchtleiders voor het eerst gebruik maken van een nieuw communicatie- en volgsysteem.
Skylab was de naam van het eerste Amerikaanse ruimtestation in een baan om de Aarde en werd gelanceerd op 14 mei 1973 door middel van een Saturn V raket. Amerika wou met dit ruimtestation vooral medisch onderzoek verrichten tijdens langdurige bemande ruimtemissies maar Skylab had ook tal van andere experimenten aan boord waardoor men ondermeer onze zon of andere astronomische objecten kon bestuderen vanuit een baan om de Aarde.
De Russische ruimtesonde Vega 1 vliegt op een afstand van 8 889 kilometer langs de kern van de komeet Halley. De ruimtesonde stuurt vervolgens meer dan 500 foto's van de komeet terug naar de Aarde. Ondanks het feit dat het ruimtetuig het slachtoffer werd van stof afkomstig van de komeet functioneerden alle instrumenten perfect. Aan de hand van de foto's afkomstig van Vega 1 konden wetenschappers achterhalen dat de kern van deze komeet veertien kilometer groot was en dat deze om de 53 uur om haar as draait. Foto: Roscosmos
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.