Tientallen jaren dachten wetenschappers dat samensmeltingen van sterrenstelsels doorgaans tot de vorming van elliptische sterrenstelsels leiden. Maar nu hebben onderzoekers, met behulp van ALMA en een reeks andere radiotelescopen, het directe bewijs gevonden dat samensmeltende sterrenstelsels in de regel juist schijfstelsels produceren. Dit verrassende resultaat zou kunnen verklaren waarom het heelal zo rijk is aan spiraalstelsels als onze Melkweg.
Hoe zagen sterrenstelsels er elf miljard jaar geleden uit? Op deze vraag probeerden sterrenkundigen met behulp van de Hubble ruimtetelescoop een antwoord te vinden om na te gaan of de bekende Hubble classificatie ook toen al zou kunnen gebruikt worden. Het uiteindelijk antwoord is dat toen de vorm, kleur en grootte van sterrenstelsels nauwelijks veranderd is.
Welke deep-sky objecten bestaan er allemaal? Een handig overzicht voor een beginnend waarnemer bij zijn/haar zoektocht doorheen de sterrenhemel. In dit artikel overlopen we elke type deep-sky object vergezeld met een voorbeeld.
Ongeveer 40% van alle sterrenstelsels hebben een elliptische vorm (bolvormig of lensvormig) en beschikken over een zeer heldere kern. In deze elliptische sterrenstelsels bevinden zich vooral oudere sterren omdat er zich te weinig gas in bevindt voor het ontstaan van nieuwe sterren. De helderheid van deze stelsels neemt naar de rand toe meer af. Elliptische sterrenstelsels zijn eveneens de grootste uit ons heelal.
M32 is één van de satellietstelsels van het bekende sterrenstelsel M31, net zoals M110, NGC 185 en NGC 147. Deze twee laatste zijn moeilijk te vinden en bevinden zich ver van het Andromedasterrenstelsel (op meer dan 2 miljoen lichtjaar van M31). M32, of NGC 221, bevindt zich net zoals M31 op een afstand van 2,2 miljoen lichtjaar van de Aarde. Het object is een elliptisch sterrenstelsel van het type E2 (zo goed als cirkelvormig). De werkelijke diameter van object bedraagt 8 000 lichtjaar en het sterrenstelsel is bekend als een krachtige radiobron dat wellicht wordt veroorzaakt door een massief zwart gat.
De Amerikaanse astronoom Stephen P. Synnott ontdekt op foto's, gemaakt door de Voyager 1 ruimtesonde, de Jupitermaan Thebe. Op het oppervlak van deze kleine maan bevinden zich een drietal grote inslagkraters. Het maantje heeft een onregelmatige vorm en draait op een afstand van ongeveer 222 000 kilometer rond de planeet Jupiter. Oorspronkelijk droeg deze 100 kilometer grote maan de naam S/1979 J 2 maar in 1983 werd het object genoemd naar een nimf die de dochter was van de god Asopus. Foto: NASA
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.