Artistieke impressie van de eerste Sentinel-satelliet in een baan om de Aarde
Foto: ESA

Vanop de Europese lanceerbasis in het Zuid-Amerikaanse Frans-Guyana is op maandag 25 april 2016 met succes de Europese Sentinel-1B aardobservatiesatelliet in de ruimte gebracht. De lancering had normaal al enkele dagen eerder moeten plaatsvinden maar werd verschillende malen uitgesteld omwille van slechte weersomstandigheden en technische problemen. Naast de Sentinel-1B aardobservatiesatelliet werden er nog vier kleinere satellieten in de ruimte gebracht waaronder de eerste Belgische nanosatelliet. 

De vijf satellieten werden in de ruimte gebracht door middel van een Russische Sojoez draagraket die om 23u03 Belgische tijd werd gelanceerd vanop de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana. Tijdens deze lancering werd een Sojoez ST-A raket gebruikt die beschikt over een gemoderniseerde RD-0110 raketmotor in de derde trap en een digitaal vlucht controlesysteem. De draagraket had een lengte van 46 meter en woog bij de lancering ongeveer 312 ton. Dit was inmiddels al de veertiende maal dat een Russische Sojoez draagraket werd gelanceerd vanuit Zuid-Amerika. Alles samen was dit de 1 859ste Sojoez raket die gelanceerd werd sinds dit lanceermiddel begin de jaren '60 in de Sovjet-Unie voor het eerst werd gebruikt. Iets meer dan 23 minuten na de start van de lancering werd de hoofdvracht, de Europese Sentinel-1B satelliet, uitgezet in een lage baan om de Aarde op een hoogte van ongeveer 700 kilometer. Meteen na het loskoppelen van de Sentinel-1B satelliet van de Fregat rakettrap ontving een volgstation in Noorwegen de eerste signalen van de aardobservatiesatelliet waarna de satelliet startte met het openvouwen van zijn zonnepanelen en radar. Enkele uren later werden uiteindelijk ook de overige vier satellieten succesvol uitgezet in de ruimte. 

Sentinel-1B

Sentinel-1B is de tweede satelliet uit het Europese Seninel 1 programma en de vierde satelliet uit het Europese Copernicus programma. Het Sentinel 1 programma bestaat uit twee aardobservatiesatellieten die zijn uitgerust met een Synthetic Aperture Radar (SAR) waardoor men met behulp van radartechnologie de klok rond onze planeet kan observeren. ESA's Sentinel-satellieten leveren een schat aan data en beelden voor het Copernicus programma, het Europese aardobservatieprogramma dat ons moet helpen onze omgeving te beheren. Copernicus moet ons tevens in staat stellen problemen met betrekking tot klimaatverandering te ondervangen, zodat ons bestaan op aarde veiliger wordt en is het meest ambitieuze ruimteprogramma ter wereld op vlak van aardobservatie Zo moet dit programma ons een hoop nieuwe informatie opleveren over hoe we onze planeet het best beheren. De Sentinel satellietfamilie zal uit zes satellieten bestaan, twee van elk type. Iedere satelliet is gericht op een specifiek aspect binnen de wereld van aardobservatie. De radarantenne aan boord van Sentinel-1B heeft, eenmaal opengevouwen, een lengte van twaalf meter en wordt opengevouwen wanneer de satelliet zich in de juiste baan om de Aarde bevindt. In tegenstelling tot optische instrumenten kan een radarinstrument vanuit een baan om de Aarde 24 uur per dag, zeven dagen per week en bij elke weersituatie de Aarde uitgebreid in kaart brengen. Zo zal het radarinstrument aan boord van Sentinel-1B onze planeet in beeld brengen in stukken met een diameter van 250 kilometer en een grondresolutie tussen 5 en 25 meter. De gegevens die deze satelliet zal leveren, zullen door wetenschappers gebruikt worden om ondermeer de veranderingen van het zeeijs in kaart te brengen of om de oceanen af te speuren op zoek naar olievlekken. Daarnaast kunnen de gegevens van Sentinel-1B ondersteuning bieden in crisissituaties zoals bij natuurrampen, kan men er illegale houtkap met in kaart brengen en zal de satelliet ook gebruikt worden voor de studie van klimaatsveranderingen. De twee Sentinel 1 satellieten moeten uiteindelijk het jarenlange radaronderzoek vanuit de ruimte verderzetten dat in het verleden werd geleverd door de ERS-1, ERS-2 en Envisat satellieten. Samen zijn de Sentinel-1 satellieten in staat om elke zes dagen een wereldwijde radarkaart van onze planeet te maken.

Sentinel-1BDe Sentinel-1B aardobservatiesatelliet wordt klaargemaakt voor de lancering - Foto: Arianespace/CNES

Equivalentieprincipe

De tweede hoofdvracht aan boord van de Sojoez draagraket was de Franse satelliet MICROSCOPE. Deze door het Franse ruimtevaartagentschap CNES gebouwde satelliet heeft een gewicht van 303 kilogram en zal door wetenschappers gebruikt worden voor een opmerkelijk natuurkundig experiment. Zo willen onderzoekers met de Franse MICROSCOPE satelliet het bekende equivalentieprincipe testen. Het equivalentieprincipe speelt een cruciale rol in de algemene relativiteitstheorie van Albert Einstein en stelt dat trage massa uit de eerste wet van Newton equivalent (gelijk) is aan de zware massa uit de gravitatiewet van Newton. Dit opmerkelijke natuurkundige onderzoeksproject werd al in 1999 opgestart en moet het equivalentieprincipe in de ruimte testen met een nauwkeurigheid die honderd maal groter is dan op Aarde.

Eerste Belgische nanosatelliet

Naast de Sentinel-1B en MICROSCOPE satellieten bracht de Sojoez draagraket ook nog eens drie zogeheten 'nanosatellieten' in de ruimte. Eén daarvan, OUFTI-1, werd in België gebouwd door studenten en is de eerste Belgische nanosatelliet. OUFTI staat voor ‘Orbital Utility For Telecommunication Innovation’ en is een zogeheten 'CubeSat' van één kilogram die ontwikkeld werd door ongeveer vijftig studenten en tien docenten van de Université de Liège (Ulg). CubeSats zien eruit als een kubus met zijden van tien centimeter en wegen slechts één kilogram. Ondanks hun kleine omvang bieden nanosatellieten als cubesats heel wat mogelijkheden op technologisch vlak en kunnen zij wetenschappelijk onderzoek verrichten. Door het feit dat CubeSats zeer klein en licht zijn, en toch heel wat mogelijkheden bieden, zijn zij zeer geliefd bij universiteiten, bedrijven en wetenschappelijke instellingen. Ze kunnen vanuit een universiteit of door radioamateurs gevolgd worden en zijn ideaal om onder andere studenten vertrouwd te maken met de ontwikkeling, het testen en het uitbaten van een echte satelliet en de bijbehorende grondinfrastructuur. Deze Belgische CubeSat werd specifiek ontwikkeld om het D-STAR digitale communicatieprotocol te demonstreren en hoogwaardige zonnecellen te testen. De belangrijkste innovatie bij OUFTI-1 is het gebruik van het communicatieprotocol Digital Smart Technologies for Amateur Radio (D-STAR). Dit systeem voor radioamateurs werd in het begin van deze eeuw ontwikkeld en maakt gebruik van digitale communicatie. Daardoor is de kwaliteit van de ontvangen signalen beter dan bij analoge signalen. Er is met dit systeem ook een simultane transmissie mogelijk van stemgeluiden en data (zoals gps-gegevens en computerbestanden), een volledige routing over het internet en de mogelijkheid tot wereldwijde roaming. Ook bij rampen of in afgelegen streken kan D-STAR zorgen voor meer efficiënte communicatie. Het protocol werd onder andere gebruikt toen de orkaan Katrina New Orleans teisterde. OUFTI-1 moet uiteindelijk voor een wereldprimeur zorgen door D-STAR via satelliet mogelijk te maken. Naast de vele studenten en docenten van de Waalse Université de Liège werkten aan de ontwikkeling van deze Belgische CubeSat ook de bedrijven Thales Alenia Space Belgium, Spacebel, LMS Samtech, Deltatec, V2i en het Centre Spatial de Liège (CSL) mee. Doordat OUFTI-1 gefinancierd en ontwikkeld werd door België is dit officieel de eerste Belgische satelliet. Andere satellieten, zoals Proba-V, werden ook in België gebouwd maar maken deel uit van een project van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA.

Naast de Belgische OUFTI-1 cubesat werden tijdens deze lancering nog twee andere kleine cubesats in de ruimte gebracht. Zo werd de e-st@r-II nanosatelliet ontwikkeld door studenten van het Italiaanse Polytechnic of Turin met als doel een hoogte controlesysteem te demonstreren dat gebruikt maakt van het aardmagnetisch veld. De derde en laatste cubesat, AAUSAT-4, is afkomstig van het Deense University of Aalborg en zal gebruikt worden voor het geautomatiseerd identificatiesysteem voor schepen op zee dat gekend is al Automated Identification System (AIS). De Belgische, Italiaanse en Deense cubesats werden ontwikkeld en de ruimte ingebracht in het kader van ESA's Fly Your Satellite programma waarmee men universiteitsstudenten meer wil betrekken bij de ruimtevaartsector.

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 2004

Het gebeurde toen

De Nederlandse ruimtevaarder André Kuipers gaat aan boord van de Sojoez TMA-4 ruimtecapsule voor een eerste keer de ruimte in. Tijdens zijn eerste ruimtemissie verblijft hij enkele dagen aan boord van het internationale ruimtestation ISS in het kader van de DELTA missie. De naam 'DELTA' is een acroniem voor Dutch expedition for life science, technology and atmospheric research maar verwijst ook naar de rivierdelta van Nederland. Gedurende het verblijf van André Kuipers aan boord van het ISS voert hij wetenschappelijke experimenten uit op vlak van biologie, geneeskunde, technologische ontwikkeling, natuurkunde en aardobservatie. Foto: ESA

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

44%

Sociale netwerken