Op deze nieuwe opname van ESO’s Very Large Telescope komt de komeetglobule CG4 over als de wijd opengesperde muil van een reusachtig kosmisch monster
Foto: ESO

Op deze nieuwe opname van ESO’s Very Large Telescope komt de komeetglobule CG4 over als de wijd opengesperde muil van een reusachtig kosmisch monster. Hoewel hij op de foto groot en helder lijkt, is dit eigenlijk een zwakke nevel, die voor amateur-astronomen maar moeilijk te herkennen is. De precieze aard van CG4 blijft een mysterie. In 1976 werden op foto’s, genomen met de UK Schmidt Telescope in Australië, verscheidene langwerpige komeet-achtige objecten ontdekt.

Vanwege hun uiterlijk werden ze komeetglobulen genoemd, ook al hebben ze niets met kometen te maken. Ze werden allemaal aangetroffen in een enorme wolk van gloeiende gas die de Gumnevel wordt genoemd. Ze vertoonden dichte, donkere, stofrijke koppen en lange, zwakke staarten, die veelal van de Vela-supernovarest, die zich in het centrum van de Gumnevel bevindt, af gericht waren. Hoewel deze objecten relatief dichtbij zijn, hebben astronomen er lang over gedaan om ze te vinden: ze geven maar weinig licht en zijn daardoor moeilijk te detecteren.

Het object op deze foto, CG4, dat ook wel de Hand van God wordt genoemd, is een van deze komeetglobulen. Hij bevindt zich op ongeveer 1300 lichtjaar van de aarde in het sterrenbeeld Puppis (Achtersteven). De kop van CG4 – het deel dat op deze foto te zien is en op de kop van een reusachtig monster lijkt, heeft een diameter van 1,5 lichtjaar. De staart van de globule – die naar onderen is gericht en buiten beeld valt – is ongeveer acht lichtjaar lang. Naar astronomische maatstaven is dat een relatief kleine wolk. De vrij geringe omvang is kenmerkend voor komeetglobulen. Alle komeetglobulen die tot nu toe zijn ontdekt, zijn geïsoleerde, relatief kleine wolken van neutraal gas en stof in de Melkweg, die worden omgeven door heet, geïoniseerd materiaal.

De kop van CG4 is een dikke wolk van gas en stof, die alleen zichtbaar is omdat hij wordt aangelicht door sterren in de omgeving. De straling van deze sterren is bezig om de kop van de globule geleidelijk weg te vagen: ze breekt de kleine deeltjes af die het sterlicht verstrooien. Maar de stoffige wolk van CG4 bevat nog genoeg gas voor de vorming van meerdere zonachtige sterren. CG4 is ook daadwerkelijk bezig om nieuwe sterren te vormen, een proces dat misschien in gang werd gezet toen de straling van de sterren die de Gumnevel tot gloeien brengen hem bereikte. Waarom CG4 en andere komeetglobulen zo’n aparte vorm hebben is nog steeds een punt van discussie onder astronomen. Er bestaan twee theorieën over. Mogelijk waren komeetglobulen, en dus ook CG4, van oorsprong bolvormige nevels die hebben blootgestaan aan een nabije supernova-explosie en daardoor zijn vervormd. Andere astronomen vermoeden dat komeetglobulen hun vorm te danken hebben aan de sterrenwind en de ioniserende straling van hete, zware OB-sterren. Deze effecten kunnen in eerste instantie leiden tot de vorming van bizarre structuren die (heel toepasselijk) olifantslurven worden genoemd, en uiteindelijk tot de vorming van komeetglobulen.

Om meer te weten te komen, moeten astronomen de massa, de dichtheid, de temperatuur en de snelheden van het materiaal in de globulen bepalen. Dat kan door moleculaire spectraallijnen te meten die vooral op millimetergolflengten te vinden zijn – golflengten waarop telescopen zoals de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) opereren. Deze foto is gemaakt in het kader van het ESO Cosmic Gems-programma. Dat is een initiatief waarbij interessante, intrigerende of visueel aantrekkelijke objecten voor educatieve of publicitaire doeleinden met ESO-telescopen worden gefotografeerd. Het programma maakt gebruik van ‘telescooptijd’ die niet geschikt is voor wetenschappelijke waarnemingen. Alle verzamelde gegevens, die ook bruikbaar kunnen zijn voor wetenschappelijke doeleinden, staan via ESO’s wetenschappelijk archief ter beschikking van astronomen.

Meer informatie

ESO is de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie in Europa en de meest productieve sterrenwacht ter wereld. Zij wordt ondersteund door vijftien landen: België, Brazilië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van grote sterrenwachten die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. Ook speelt ESO een leidende rol bij het bevorderen en organiseren van samenwerking op astronomisch gebied. ESO beheert drie waarnemingslocaties van wereldklasse in Chili: La Silla, Paranal en Chajnantor. Op Paranal staan ESO’s Very Large Telescope (VLT), de meest geavanceerde optische sterrenwacht ter wereld, en twee surveytelescopen: VISTA werkt in het infrarood en is de grootste surveytelescoop ter wereld en de VLT Survey Telescope is de grootste telescoop die uitsluitend is ontworpen om de hemel in zichtbaar licht in kaart te brengen. ESO is ook de Europese partner van de revolutionaire telescoop ALMA, het grootste astronomische project van dit moment. Daarnaast bereidt ESO momenteel de bouw voor van de 39-meter Europese Extremely Large optical/near-infrared Telescope (E-ELT), die ‘het grootste oog op de hemel’ ter wereld zal worden.

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.