Astronomen hebben met de telescopen ALMA en IRAM voor het eerst een rechtstreekse meting gedaan van de temperatuur van de grote stofdeeltjes in het buitenste deel van een planeet-vormende schijf rond een jonge ster. Door een nieuwe techniek toe te passen op een object dat de bijnaam Vliegende Schotel draagt, hebben zij ontdekt dat de deeltjes veel kouder zijn dan verwacht: –266 graden Celsius.
Veel sterrenstelsels zitten tjokvol stof, en andere vertonen donkere banden van ondoorzichtig kosmisch roet tussen hun sterren en gaswolken. Maar het onderwerp van deze nieuwe foto, gemaakt met de OmegaCAM-camera van ESO’s VLT Survey Telescope in Chili, is uitzonderlijk: dit kleine sterrenstelsel, dat IC 1613 heet, is een echte netheidsmaniak! Het bevat heel weinig kosmisch stof, waardoor astronomen zijn inhoud heel goed kunnen bekijken. De properheid van dit stelsel is cruciaal voor ons begrip van het ons omringende heelal.
Het helderste sterrenstelsel in het heelal dat we kennen – de quasar W2246-0526, die we zien zoals hij was toen het heelal minder dan 10% van zijn huidige leeftijd had – is zo turbulent dat het bezig is om zijn hele voorraad stervormingsgas uit te stoten. Dat blijkt uit nieuwe waarnemingen met de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA). Quasars zijn verre sterrenstelsels met een zeer actief superzwaar zwart gat in het centrum, dat krachtige jets van deeltjes en straling uitbraakt.
Inzoomen op zwarte gaten – dat is de hoofdtaak van het pas geïnstalleerde instrument GRAVITY van ESO’s Very Large Telescope in Chili. Tijdens zijn eerste waarnemingen heeft GRAVITY met succes het sterlicht van alle vier de hulptelescopen van de VLT gecombineerd. Het grote team van Europese astronomen en technici, onder leiding van het Max-Planck-Institut für extraterrestrische Physik in Garching, dat GRAVITY heeft ontworpen en gebouwd, is enthousiast over de prestaties.
Astronomen die gebruik maken van de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) hebben de sterkste aanwijzing tot nu toe gevonden dat in de schijven van gas en stof rond vier jonge sterren recent planeten zijn ontstaan die enkele malen zoveel massa hebben als Jupiter. Metingen van het gas rond de sterren geeft meer inzicht in de eigenschappen van deze planeten.
Nieuwe opnamen, gemaakt met de Very Large Telescope van de ESO-sterrenwacht op Paranal, geven een gedetailleerd beeld van de spectaculaire nasleep van een 360 miljoen jaar oude kosmische botsing. Tussen het ‘puin’ bevindt zich een zeldzaam, mysterieus jong dwergstelsel. Dit sterrenstelsel biedt astronomen een uitgelezen kans om meer te weten te komen over vergelijkbare stelsels, die naar verwachting in het jonge heelal heel talrijk waren, maar die doorgaans te zwak en te ver weg zijn om met de huidige telescopen waarneembaar te zijn.
Een team van astronomen dat gebruik maakt van ESO’s Very Large Telescope (VLT) heeft ongekend detailrijke opnamen verkregen van de hyperreuzenster VY Canis Majoris. De waarnemingen laten zien dat de ster tijdens zijn laatste levensfase een enorme hoeveelheid massa kwijtraakt in de vorm van stofdeeltjes die onverwacht groot zijn. Dit tot nu toe onbegrepen proces vormt de opmaat tot het explosieve einde van reuzensterren als deze.
ESO’s VISTA-surveytelescoop heeft een horde zware sterrenstelsels opgespoord die al bestonden toen het heelal nog in zijn kinderschoenen stond. Door meer van deze stelsels te ontdekken en onderzoeken, zijn astronomen er achter gekomen wanneer deze monsterstelsels voor het eerst op het toneel verschenen. Door het aantal sterrenstelsels in een stukje hemel te tellen, kunnen astronomen hun theorieën over de vorming en evolutie van sterrenstelsels toetsen.
Een internationaal team van astronomen, dat gebruik maakt van de Very Large Telescope van de ESO-sterrenwacht op Paranal in Chili, heeft voor het eerst de restanten van de fatale interactie tussen een dode ster en zijn planetoïdenmaaltijd gedetailleerd weten te onderzoeken. Dit biedt een kijkje in de verre toekomst van het zonnestelsel.
Een nieuw instrument dat gekoppeld is aan het 12-meter Atacama Pathfinder Experiment (APEX), 5 000 meter boven zeeniveau in de Chileense Andes, opent een nog onverkend venster op het heelal. De ‘Swedish-ESO PI receiver for APEX’ (SEPIA) zal de zwakke signalen detecteren van water en andere moleculen in de Melkweg, in andere nabije sterrenstelsels en in het vroege heelal.
Astronomen die gebruikmaken van de VISTA-telescoop van de ESO-sterrenwacht op Paranal hebben een tot nu toe onbekend onderdeel van de Melkweg ontdekt. Door de posities in kaart te brengen van een klasse van veranderlijke sterren die cepheïden worden genoemd, is een schijf van jonge sterren opgespoord die verscholen zit achter dichte stofwolken in de centrale ‘bult’ van de Melkweg.
Met behulp van ESO’s Very Large Telescope heeft een internationaal team van astronomen de heetste en zwaarste dubbelster ontdekt waarvan de componenten zo dicht bij elkaar staan dat ze elkaar raken. De twee sterren in het extreme stelsel VFTS 352 staat mogelijk een dramatisch einde te wachten, waarbij ze ofwel samensmelten tot één reusachtige ster of in een dubbel zwart gat zullen veranderen. Het dubbelstersysteem VFTS 352 staat op een afstand van ongeveer 160.000 lichtjaar in de Tarantulanevel [1].
Het rijke sterrenveld op deze nieuwe opname, gemaakt met de Wide Field Imager-camera van de 2,2-meter telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili, wordt bijna aan het zicht onttrokken door donkere vegen. Deze inktzwarte gebiedjes maken deel uit van een enorme donkere nevel die bekendstaat als de Kolenzak – een van de opvallendste objecten in zijn soort. Over miljoenen jaren zullen talrijke jonge sterren de Kolenzak laten gloeien, ongeveer zoals de fossiele brandstof waarnaar hij is genoemd.
Astronomen (ook uit Nederland) hebben nog nooit eerder vertoonde structuren ontdekt in een stofschijf rond een nabije ster. Ze gebruikten daarvoor de afbeeldingen van de Very Large Telescope van ESO en van de Hubble Space Telescope van NASA/ESA. De snel bewegende, golfachtige structuren in de schijf rond de ster AU Microscopii lijken in niets op wat ooit is gezien of voorspeld. De resultaten worden op 8 oktober gepubliceerd in het vakblad Nature.
Deze nieuwe opname van het rozerode stervormingsgebied Messier 17 is vastgelegd met de Wide Field Imager van de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili. Het is een van de scherpste opnamen die de complete nevel tonen en niet alleen zijn volledige omvang laten zien, maar ook de fijne details in dit kosmische landschap van gaswolken, stof en pasgeboren sterren.
Het Sculptor-dwergstelsel, hier te zien op een nieuwe foto van de Wide Field Imager-camera van de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla, is een nabije buur van ons eigen sterrenstelsel, de Melkweg. Ondanks hun geringe onderlinge afstand hebben de beide stelsels heel verschillende geschiedenissen en karakters. Dit stelsel is veel kleiner en ouder dan de Melkweg, wat het tot een waardevol onderwerp maakt voor het onderzoek van de vorming van sterren en sterrenstelsels in het vroege heelal.
Deze foto wordt gedomineerd door de reusachtige nevel Gum 56, die wordt aangelicht door de hete, heldere sterren die daarbinnen zijn geboren. Al miljoenen jaren ontstaan er sterren uit het gas van deze nevel – materiaal dat later, als de oud geworden sterren hun materie geleidelijk of op explosieve wijze uitstoten – wordt teruggegeven aan de ruimte. Deze foto is, in het kader van ESO’s Cosmic Gems-programma, gemaakt met de 2,2-meter MPG/ESO-telescoop van de ESO-sterrenwacht op La Silla (Chili).
Open sterrenhopen, zoals de hier afgebeelde, doen het niet alleen goed op foto’s. De meeste sterren ontstaan binnen sterrenhopen, en astronomen kunnen deze sterrenhopen gebruiken om leven en dood van sterren te onderzoeken. De sterrenhoop op deze foto is vastgelegd met de Wide Field Imager (WFI) van de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili. Hij staat bekend als IC 4651 en bestaat uit sterren die zeer uiteenlopende kenmerken vertonen.
Een internationaal team van astronomen dat meer dan 200 000 sterrenstelsels onderzoekt, heeft – nauwkeuriger dan ooit tevoren – de energie gemeten die binnen een groot stuk ruimte wordt gegenereerd. Dat heeft geresulteerd in de meest complete schatting van de energieproductie van het nabije heelal. Het resultaat bevestigt dat een stuk heelal nu nog maar ongeveer half zoveel energie produceert als twee miljard jaar geleden.
Deze opvallende bubbel, gloeiend als de schim van een ster in de spookachtige duisternis van de ruimte, ziet er bovennatuurlijk en geheimzinnig uit. Maar het is een bekend astronomisch object: een planetaire nevel – het restant van een stervende ster. Deze opname van het niet erg bekende object ESO 378-1 – de beste tot nu toe – is gemaakt met ESO’s Very Large Telescope in het noorden van Chili.
Voor het eerst is het element lithium aangetroffen in het materiaal dat door een nova is weggeblazen. Waarnemingen van Nova Centauri 2013, gedaan met ESO-telescopen op La Silla en in een sterrenwacht bij Santiago, beide in Chili, helpen verklaren waarom veel jonge sterren meer van dit element bevatten dan verwacht. Daarmee is een stukje van de puzzel van de chemische evolutie van de Melkweg gevonden waar astronomen al lang naar op zoek waren.
Vanop de Cape Canaveral lanceerbasis in Florida wordt de Gemini 11 ruimtecapsule in een baan om de Aarde gebracht. Aan boord bevinden zich de twee Amerikaanse astronauten Charles "Pete" Conrad en Richard F. Gordon. Tijdens deze ruimtevlucht werd een koppeling uitgevoerd met een Agena rakettrap (Agena Target Vehicle) en werden er twee ruimtewandelingen uitgevoerd door Richard Gordon. Foto: NASA
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.