De Echelle SPectrograph for Rocky Exoplanet and Stable Spectroscopic Observations (ESPRESSO) heeft met goed gevolg zijn eerste waarnemingen gedaan. Geïnstalleerd op de Very Large Telescope (VLT) van ESO in Chili, zal ESPRESSO met ongekende precisie naar exoplaneten zoeken door naar de minuscule veranderingen in het licht van hun moedersterren te kijken. Voor de eerste keer ooit kan een instrument het licht van alle vier de VLT-telescopen bij elkaar optellen en daarmee het licht-opvangende vermogen van een 16-meter telescoop evenaren.
Astronomen die gebruik maken van het MUSE-instrument van ESO’s Very Large Telescope in Chili hebben de ‘diepste’ spectroscopische survey aller tijden uitgevoerd. Ze hebben zich gericht op het Hubble Ultra Deep Field en de afstanden en eigenschappen van 1600 zeer zwakke sterrenstelsels gemeten, waaronder 72 stelsels die nog nooit eerder zijn waargenomen – zelfs niet door de Hubble-ruimtetelescoop zelf. De grensverleggende gegevens hebben al geresulteerd in tien onderzoeksartikelen die in een speciaal nummer van het tijdschrift Astronomy & Astrophysics worden gepubliceerd. De schat aan nieuwe informatie geeft astronomen inzicht in de stervormingsprocessen in het jonge heelal, en stelt hen in staat om de bewegingen en andere eigenschappen van vroege sterrenstelsels te onderzoeken – met dank aan de unieke spectroscopische kwaliteiten van MUSE.
Voor het eerst hebben astronomen een planetoïde onderzocht die vanuit de interstellaire ruimte ons zonnestelsel is binnengekomen. Waarnemingen met ESO’s Very Large Telescope in Chili en telescopen van sterrenwachten elders te wereld laten zien dat dit unieke object miljoenen jaren door de ruimte heeft gezworven voordat het bij toeval ons zonnestelsel tegenkwam. Het lijkt om een donker, roodachtig, langwerpig object te gaan dat voornamelijk uit gesteenten of metalen bestaat. De nieuwe onderzoeksresultaten verschijnen op 20 november 2017 in het tijdschrift Nature.
Een onderzoeksteam heeft met behulp van ESO’s unieke ‘planetenspeurder’ HARPS een gematigde planeet van aardse proporties ontdekt. De wereld, die de aanduiding Ross 128 b heeft gekregen, is na Proxima b de meest nabije gematigde planeet die tot nu toe is opgespoord. Het is bovendien de meest nabije planeet die om een inactieve rode dwergster cirkelt, wat de kans vergroot dat zich hier leven in stand kan houden. Ross 128 b wordt een belangrijk onderzoeksobject voor ESO’s Extremely Large Telescope, die biomarkers in diens atmosfeer kan opsporen.
De ALMA-sterrenwacht in Chili heeft stof gedetecteerd rond Proxima Centauri – de ster die het dichtst bij ons zonnestelsel staat. In een gebied dat één tot vier keer zo ver verwijderd is van Proxima Centauri als de aarde van de zon is de gloed van koud stof waargenomen. De gegevens wijzen ook op het bestaan van een nog koudere stofgordel verder van de ster en doen vermoeden dat Proxima omgeven is door een uitgebreid planetenstelsel.
Op deze kolossale foto van de Fornax-cluster vechten ontelbare sterrenstelsels om de aandacht. Sommige zijn slechts nietige lichtpuntjes, terwijl andere sterk op de voorgrond treden. Een van deze aandachttrekkers is het lensvormige sterrenstelsel NGC 1316. Het turbulente verleden van dit veel onderzochte stelsel heeft sporen achtergelaten in de vorm van delicate lussen, bogen en ringen, die astronomen nu gedetailleerder dan ooit in beeld hebben gebracht met de VLT Survey Telescope. Deze verbluffend ‘diepe’ opname toont naast talrijke zwakke objecten ook de vage lichtgloed die afzonderlijke sterrenstelsels met elkaar verbindt.
De ESO-vloot van telescopen in Chili heeft de eerste optische tegenhanger waargenomen van een bron van zwaartekrachtgolven. Deze historische waarnemingen geven aan dat het gaat om de versmelting van twee neutronensterren. De cataclysmische nasleep van zo’n samensmelting is een lang voorspelde gebeurtenis die ‘kilonova’ wordt genoemd. Daarbij worden zware elementen als goud en platina in het heelal verspreid. De ontdekking, gepubliceerd in verscheidene papers in Nature en andere vaktijdschriften, is ook het sterkte bewijs tot op heden dat korte gammaflitsen worden veroorzaakt door de samensmelting van neutronensterren.
Bij waarnemingen met de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) en ESA’s ruimtesonde Rosetta is het organohalogeen freon-40 ontdekt in het gas rond respectievelijk een jonge dubbelster en een komeet. Organohalogenen worden op aarde gevormd bij organische processen, maar dit is voor het eerst dat ze in de interstellaire ruimte zijn gedetecteerd. De ontdekking wijst erop dat organohalogenen niet zo geschikt zijn als ‘verklikkers’ van leven als werd gehoopt. Dat neemt niet weg dat ze waarschijnlijk een belangrijk bestanddeel zijn van het materiaal waaruit planeten ontstaan.
De spectaculaire planetaire nevel NGC 7009, oftewel de Saturnusnevel, doemt op uit de duisternis als een verzameling vreemd gevormde bellen in magnifieke tinten roze en blauw. Deze kleurrijke opname is vastgelegd met het krachtige MUSE-instrument van ESO’s Very Large Telescope (VLT). Dat gebeurde in het kader van een onderzoek waarbij voor het eerst het stof binnen een planetaire nevel in kaart is gebracht.
Astronomen hebben ALMA gebruikt om een buitengewoon mooie opname te maken van een bel van uitgestoten materiaal rond de exotische rode ster U Antilae. Deze waarnemingen zullen astronomen helpen om meer inzicht te krijgen in de late evolutiestadia van sterren. In het onopvallende zuidelijke sterrenbeeld Antlia (Luchtpomp) kan een oplettende waarnemer met een verrekijker een zeer rode ster zien, die van week tot week een beetje in helderheid varieert.
Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.
De Amerikaanse ruimtesonde Mariner 10 vliegt op een afstand van 703 kilometer langs het oppervlak van de kleine planeet Mercurius. Tot 3 april 1974 werden foto's genomen van de planeet Mercurius door Mariner 10 en het ruimtetuig merkte een zwak magnetisch veld op bij de planeet. De instrumenten aan boord van Mariner 10 merkten ook zeer grote termepartuursverschillen in dag en nacht op bij deze planeet: tussen -183 en 187° C. In totaal nam de sonde tijdens deze eerste passage 2300 foto's.Dit onbemande ruimtetuig werd op 3 november 1973 in de ruimte gebracht en werd het eerste ruimtevaartuig dat twee planeten bezocht tijdens één ruimtemissie. Foto: NASA