NASA's Mission Control Center in Houston
Foto: NASA

“Houston, we have a problem” is ongetwijfeld de meest bekende zin die mensen zich herinneren uit de ruimtevaart. Het woord “Houston” verwijst naar het vluchtleidingscentrum dat zich bevindt op de terreinen van het Johnson Space Center in Houston, Texas, en is sinds halverwege de jaren '60 het zenuwcentrum van elke Amerikaanse bemande ruimtemissie. NASA besloot een nieuw vluchtleidingscentrum te bouwen voor de Gemini 4 bemande ruimtevlucht in 1965. Sindsdien werd elke beweging die een ruimtecapsule of ruimteveer ooit maakte, gecontroleerd door tientallen ingenieurs, mecaniciens en managers die allemaal werkten in “gebouw 30” van het Johnson Space Center.

De meer dan 120 succesvolle Space Shuttle missies die in het verleden werden uitgevoerd, werden gevolgd en gecontroleerd van hieruit zodra de Solid Rocket Boosters (SRB's) het lanceerplatform in Florida verlieten. Het hart van de vluchtleiding bevond zich telkens in het Flight Control Center (FCC) waar alle data, die afkomstig is van het ruimteveer, af te lezen is op tientallen computerschermen en men het ruimteveer nauw in de gaten houdt tot hij tot stilstand is gekomen na zijn landing.

NASA Mission Control
Het eerste vluchtleidingscentrum van NASA in Houston werd tijdens de Gemini 4
ruimtemissie in gebruik genomen - Foto: NASA

Gedurende elke Space Shuttle missie werkten er ongeveer een 50-tal mensen in het Mission Control Center waarvan drie teams elk negen uur werkten per dag. Elk team had zijn eigen Flight Director en CAPCOM. De vluchtleiders zelf spendeerden in hun hele carrière maar 10% aan echte ruimtevluchten. Het meeste van hun tijd ging naar het plannen en organiseren van een Space Shuttle missie. Ongeveer 15% van hun tijd ging ook naar trainingen en simulaties van ruimtevluchten met de astronauten in het Johnson Space Center. Tijdens een ruimtemissie kregen de vluchtleiders elke negentig minuten een pauze van een kwartier om te eten of te drinken. Het was ook toegelaten om drinken mee binnen te nemen in het Mission Control Center. De vluchtleiders zelf waren vaak mensen die over een hele hoop diploma’s beschikken en waren allemaal afkomstig uit de Missions Operations organisatie van NASA waarin ze een jarenlange opleiding hebben gekregen in één bepaald onderdeel of item van een ruimtevlucht of ruimteveer waarin ze zich helemaal hebben kunnen verdiepen. Naast technische kennis moest een vluchtleider ook beschikken over management, communicatie- en organisatie kwaliteiten.

NASA Mission Control
Het Mission Control Center in Houston ten tijde van de Apollo maanvluchten - Foto: NASA

Iedereen heeft ongetwijfeld wel al beelden of foto’s gezien van het Flight Control Center en daarbij zie je dat elke medewerker een vaste plaats heeft en zicht heeft op enkele computerschermen. Al deze personen die hier werkten, hebben één of meerdere belangrijke verantwoordelijkheden en werden meestal aangesproken met codenamen of afkortingen. Hieronder vind je een lijst van alle vluchtleiders met hun functies en “roepnamen” die gebruikt werden tijdens een Space Shuttle missie:

  • Flight Director (FD): Is de leider van het vluchtleidingsteam en is verantwoordelijk voor de Space Shuttle missie en zijn vracht. (codenaam: Flight)
  • Spacecraft Communicator (CAPCOM): Is de belangrijkste communicator tussen de Space Shuttle en het vluchtleidingscentrum. (codenaam: Capcom)
  • Flight Dynamics Officer (FDO): Plant alle manoeuvres van de Space Shuttle en is eveneens verantwoordelijk voor het traject en de baan die het ruimteveer zal afleggen. De FDO beslist ook over tijdstip van terugkeer en plaats van landing. (codenaam: Fido)
  • Guidance Procedures Officer (GPO): Controleert alle navigatie en leidingen aan boord van het ruimteveer. (codenaam: Guidance)
  • Propulsion Engineer (PROP): Controleert en evalueert alle brandstoffen en andere benodigdheden die nodig zijn om het ruimteveer te laten veranderen van richting eenmaal in een baan om de Aarde.
  • Guidance, Navigation, and Controls Systems Engineer (GNC): Controleert alle navigatie, leidingen en controlesystemen van de Space Shuttle.
  • Data Processing System Engineer (DPS): Is verantwoordelijk voor alle data verwerking en eveneens voor de 5 computers die het ruimteveer aan boord heeft.
  • Booster Engineer (Booster): Controleert de status van de drie Space Shuttle Main Engines, de twee Solid Rocket Boosters en de External Tank van de Space Shuttle voor en tijdens zijn lancering.
  • Payload Deploy Retrieval (PDRS): Controleert alle systemen van de robotarm die zich in het vranchtruim van de Space Shuttle bevindt.
  • Electrical, Environmental, Consumables Manager (EECOM): Is verantwoordelijk voor de omgeving, natuur, lucht en water rondom het lanceerterrein en de landingsfaciliteiten.
  • Electrical Generation and Illumination Engineer (EGIL): Controleert alle elektronische systemen en brandstofcellen aan boord van het ruimteveer.
  • Integrated Communications Officer (INCO): Plant en controleert alle communicatie- en meetinstrumenten gedurende de ruimtevlucht van de Space Shuttle.
  • Russian Interface Operator (RIO): Deze persoon is de belangrijkste schakel tussen Amerika en de Russische vluchtleidingscentra.
  • Ground Controller (GC): Kijkt er op toe of het Mission Control Center goed fungeert en is ook verantwoordelijk voor de grondstations en communicatiefaciliteiten.
  • Flight Activities Officer (FAO): Plant en controleert al het werk dat de Space Shuttle crew moet uitvoeren en maakt eventuele nieuwe checklists en planningen op.
  • Payloads Officer (Payload): Coördineert alle systemen tussen de vracht, die zich in het ruimteveer bevindt, en de vluchtleiding.
  • Maintenance, Mechanical, Arm, and Crew Systems (MMACS): Controleert alle structurele en mechanische onderdelen van de Space Shuttle. (codenaam: Max)
  • Public Affairs Officer (PAO): Is de schakel tussen het vluchtleidingscentrum en de buitenwereld, deze persoon geeft commentaar en werkt nauw samen met de media en het publiek.
  • Surgeon (Surgeon): Controleert alle activiteiten en de gezondheidsstatus van elke astronaut aan boord van de Space Shuttle.
  • Mission Operations Directorate Manager (MOD): Deze persoon is de schakel tussen het vluchtleidingscentrum en de NASA top of het Missions Operations Directorate management.

NASA Mission Control
Het hedendaagse Mission Control Center tijdens een Space Shuttle missie - Foto: NASA

NASA beschikt over drie grote operationele vluchtleidingscentra waarvan één zich net naast de Vehicle Assembly Building (VAB) bevindt op het Kennedy Space Center. Van hieruit volgde en controleerde men alle lanceringen van Amerikaanse bemande ruimteveren. De twee andere centra bevinden zich in het Johnson Space Center en hebben de naam “Space Shuttle Flight Control Center” en het “ISS Flight Control Center”. Het ISS vluchtleidingscentrum vertoont veel gelijkenissen met dat van de Space Shuttle maar is kleiner en bevindt zich op enkele stappen van het ruimteveer vluchtleidingscentrum. Tijdens alle andere lanceringen van Amerikaanse raketten worden deze missies meestal gecontroleerd vanuit een controlekamer die zich nabij het lanceerterrein zelf bevindt zoals op Cape Canaveral of op de Vandenberg Air Force Base. De Mission Control Centers van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie zijn ongetwijfeld de meest kritieke en belangrijke schakels uit een bemande ruimtevlucht. Dankzij de ervaring en kennis van de vluchtleiders werden al verschillende keren rampen of tragedies vermeden. Na het Space Shuttle tijdperk zal het Mission Control Center in Houston wellicht een nieuwe functie krijgen in het nieuwe Amerikaanse bemande ruimteprogramma waarbij de Verenigde Staten met hun Orion ruimtecapsule opnieuw naar de Maan willen en verder.

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.

Dit gebeurde vandaag in 1974

Het gebeurde toen

De Amerikaanse ruimtesonde Mariner 10 vliegt op een afstand van 703 kilometer langs het oppervlak van de kleine planeet Mercurius. Tot 3 april 1974 werden foto's genomen van de planeet Mercurius door Mariner 10 en het ruimtetuig merkte een zwak magnetisch veld op bij de planeet. De instrumenten aan boord van Mariner 10 merkten ook zeer grote termepartuursverschillen in dag en nacht op bij deze planeet: tussen -183 en 187° C. In totaal nam de sonde tijdens deze eerste passage 2300 foto's.Dit onbemande ruimtetuig werd op 3 november 1973 in de ruimte gebracht en werd het eerste ruimtevaartuig dat twee planeten bezocht tijdens één ruimtemissie. Foto: NASA

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

23%

Sociale netwerken