OTRAG
Foto's: OTRAG

In de jaren ’70 werd door de Duitse ondernemer Lutz Kayser een ambitieuze poging ondernomen om een alternatief te ontwikkelen voor de dure Europese Ariane raketten of de Amerikaanse Space Shuttles. Het goedkoop alternatief mondde uit in ’s werelds eerste commerciële lanceerbedrijf dat de naam ‘Orbital Transport und Raketen AG’ (OTRAG) droeg. Door enorme politieke druk zou het ambitieuze project echter nooit volledig operationeel worden.

Steun van Wernher von Braun en Kurt Debus

OTRAG werd in 1975 opgericht door de Duitse ruimtevaartingenieur Lutz Kayser en een consortium van 600 investeerders. Samen met Werner Will investeerde Kayser de helft van de 425 000 dollar die nodig was om het bedrijf te kunnen opstarten. Het doel van het in Stuttgart gevestigde bedrijf was om een goedkoop alternatief te zijn voor de Europese Ariane raketten of de Amerikaanse Space Shuttles die in de jaren ’70 en ’80 de meeste satellieten in de ruimte brachten. De plannen van het bedrijf klonken zo geloofwaardig, revolutionair en ambitieus dat Lutz Kayser kon rekenen op de steun van niemand minder dan Werner von Braun en Kurt Debus. Beiden heren zijn sleutelfiguren geweest in de ontwikkeling van Amerikaanse raketten en stonden tijdens de Tweede Wereldoorlog ook aan de wieg van de Duitse V2 raketten. Terwijl Kurt Debus, die tot 1974 werkte bij NASA als directeur van het Kennedy Space Center, bij OTRAG voorzitter van de raad van bestuur was, verleende Wernher von Braun aan OTRAG zijn diensten als wetenschappelijk adviseur.

Common Rocket Propulsion Units

Om een goedkoop alternatief te kunnen aanbieden voor de krachtige Ariane raketten en Space Shuttles berustte het ontwerp van het lanceermiddel van OTRAG op een uiterst simpel modulair systeem dat bestond uit een cluster van zogenaamde ‘Common Rocket Propulsion Units’ (CRPU’s). Deze CRPU’s waren langwerpige metalen cilinders met een diameter van 27 centimeter en een lengte van minimum zes meter die bestonden uit drie segmenten: één voor de brandstof, één voor de oxidator en één voor de raketmotor. De cilinders werden voor twee derde gevuld met brandstof en oxidator en voor de rest met een drukgas waardoor men geen dure turbopompen nodig had om de brandstoffen naar de motor te leiden. Als brandstof werd beroep gedaan op kerosine en de oxidator was een mengeling van vloeibaar salpeterzuur en distikstoftetraoxide. De ontsteking werd veroorzaakt door een kleine hoeveelheid furfurylalcohol, dat na contact met het salpeterzuur, spontaan tot ontbranding kwam. Aangezien het systeem modulair was en men dus verschillende cilinders (CRPU’s) naast elkaar kon bevestigen, kon men op deze manier voor elke soort vracht een specifieke raket assembleren. Om een vracht van maximaal 1000 kilogram in de ruimte te kunnen brengen, zou een raket worden samengesteld die in totaal bestond uit 64 CRPU’s en een gewicht bij het lanceren had van 100 ton. Vandaag de dag omschrijven velen het ontwerp van de CRPU-raket als revolutionair en baanbrekend doordat men voor het eerst afweek van het principe van het op elkaar stapelen van rakettrappen. Door gebruik te maken van een simpel modulair systeem en massaproductie van de onderdelen werd de kostprijs van een CRPU-raket geschat op ongeveer één tiende van dat van conventionele draagraketten.

OTRAGEen OTRAG-raket met vier CRPU's - Foto: OTRAG

Op zoek naar een lanceerbasis

Het West-Duitse bedrijf OTRAG beschikte nu wel over de plannen en de juiste mensen maar moest ook op zoek naar een geschikte test- en lanceerbasis. Dit bleek echter niet eenvoudig te zijn aangezien een lanceerbasis op Duits grondgebied door enkele internationale verdragen niet mogelijk was. In het United Nations Space Treaty, dat in 1967 werd ondertekend door de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie, staat te lezen dat elke raket, die gebruikt wordt voor ruimtevaarttoepassingen, moet beschikken over een zichtbaar symbool van een land van herkomst. In de praktijk wil dit dus zeggen dat een privépersoon of een privaat bedrijf altijd de steun moet krijgen van een overheid om een raket te lanceren. Aangezien West-Duitsland liever niets met OTRAG wou te maken hebben, kon men de OTRAG-raketten dus niet voorzien van een West-Duitse vlag. Een ander verdrag, het Treaty of Brussels, dat na de Tweede Wereldoorlog werd ondertekend, zegt dan weer dat Duitsland geen lange afstandsraketten of andere raketten op Duits grondgebied mag ontwikkelen. Ondertussen had OTRAG al contracten ondertekend met enkele klanten voor het lanceren van communicatiesatellieten en toonden landen in Oost-Azië en Zuid-Amerika eveneens grote interesse in het bedrijf. OTRAG en Lutz Kayser gingen vervolgens onderhandelen met Indonesië, Brazilië en andere landen om een stuk grond te mogen gebruiken als lanceerbasis.

Het 'Kennedy Space Center' van Afrika

Toen in november 1975 Lutz Kayser door de internationale investeerder Fred Weymar werd voorgesteld aan de toenmalige Congolese president Mobutu Sese Seko was de steenrijke Afrikaanse leider meteen gewonnen voor het OTRAG-project. Mobutu wou van de ‘Kapani Tonneo’ lanceerbasis een ruimtevaartcentrum als het Kennedy Space Center ontwikkelen in Afrika en zijn land zou voor elke commerciële lancering vanuit Zaïre 5% van de verkoopprijs krijgen. In maart 1976 ondertekende OTRAG vervolgens een overeenkomst met de toenmalige Congolese regering om een uitgestrekt gebied te gebruiken in de provincie Katanga (toen ‘Shaba’) als test- en lanceerbasis. In deze overeenkomst stond dat OTRAG het reusachtige gebied gedurende 25 jaar lang mocht gebruiken in absolute vrijheid en dat het West-Duitse bedrijf zoveel mogelijk Zaïrese inwoners in dienst moest nemen. Voor deze concessie zou OTRAG aan Congo jaarlijks 50 miljoen dollar betalen. Nadat op dit 100 000 vierkante kilometer grote terrein een lanceertoren en lanceerplatform werden gebouwd, begon OTRAG in 1977 uiteindelijk met de eerste testvluchten vanuit het toenmalige Zaïre. Het terrein bevond zich dicht bij de evenaar en was hierdoor uiterst geschikt om satellieten te lanceren. Tussen mei 1977 en juli 1978 werden twee OTRAG-raketten vanuit Zaïre gelanceerd waarvan één een maximale hoogte behaalde van dertig kilometer. Deze twee OTRAG-raketten bestonden uit 4 CRPU’s die elk negen meter lang waren. Een derde lancering, die werd bijgewoond door de toenmalige president Mobutu Sese Seko, mislukte. De plannen en activiteiten van Lutz Kayser maakten grote naties als de Sovjet-Unie en Frankrijk ondertussen bijzonder achterdochtig en nerveus en steunden het West-Duitse project om een goedkope toegang tot de ruimte te ontwikkelen dan ook niet. Zo vreesden de Sovjet-Unie en Frankrijk dat de OTRAG-rakettechnologie wel eens zou kunnen gebruikt worden voor militaire doeleinden. Anderen vermoedden dan weer dat het OTRAG-project een dekmantel was om aan zeer waardevolle Congolese grond te geraken. Frankrijk investeerde op dat moment ook enorm veel geld in de ontwikkeling van de Europese Ariane raket en had schrik dat het OTRAG-project een grote concurrent zou worden. Ook de Verenigde Staten toonden geen interesse in OTRAG. Uiteindelijk werd door de Sovjet-Unie een propaganda campagne opgezet waarin duidelijk werd gemaakt dat het Duitse OTRAG-project een dekmantel was voor de ontwikkeling van Duitse en Zuid-Afrikaanse raketten die zouden kunnen gebruikt worden voor militaire doeleinden. Deze verkeerde infomatie werd zeer geloofwaardig verkondigd in ondermeer Amerikaanse media met als gevolg dat de Congolese regering onder een enorme politieke druk kwam te staan. Uiteindelijk besliste de toenmalige Congolese regering, onder zeer grote druk van de Sovjet-Unie, dat het test- en lanceerterrein van OTRAG niet meer mocht worden gebruikt waarna het Duitse bedrijf in april 1979 Zaïre verliet.

OTRAG
De derde OTRAG-raket staat klaar om gelanceerd te worden vanuit Zaïre - Foto: OTRAG

Lanceren vanuit de Sahara

Ondanks het feit dat OTRAG Zaïre had verlaten, bleven de Sovjet-Unie en Frankrijk onder leiding van Leonid Brezjnev en Giscard d'Estaing nog steeds druk uitoefenen op de toenmalige Duitse regering en eistte men het OTRAG-project stop te zetten. Dit leidde tot de stopzetting van de productie van cruciale onderdelen in Duitsland. OTRAG ging op zoek naar een nieuwe locatie voor het verderzetten van zijn testvluchten en kwam uit bij een verlaten gebied in de Libische Sahara woestijn 600 kilometer ten zuiden van Tripoli. Op dat moment regeerde Moammar al-Qadhafi al meer dan tien jaar over het Noord-Afrikaanse land en had de Libische leider al meermaals interesse getoond in lange afstandsraketten. In 1981 begon OTRAG uiteindelijk aan een nieuwe reeks testen vanuit Libië die zeer succesvol waren. Zo werden veertien succesvolle suborbitale vluchten uitgevoerd met raketten die bestonden uit één of vier CRPU’s. Tijdens één van deze testvluchten haalde een OTRAG-raket een maximale hoogte van 150 kilometer. Toen OTRAG in Libië uiteindelijk wou starten met het testen van de tweetraps en drietrapsraketten ondertekende Duitsland samen met zes andere landen het Missile Technology Control Regime. Dit is een verdrag dat lanceringen vanuit derde wereldlanden verbiedt. Lutz Kayser en OTRAG weken hierdoor met hun activiteiten uit naar Kiruna, Zweden, waar op 19 september 1983 de enige testvlucht plaatsvond. Omwille van een technisch probleem duurde deze testvlucht niet langer dan tien seconden waarna de raket uit elkaar spatte. Het Libische leger nam uiteindelijk alle onderdelen en infrastructuur van OTRAG op Libisch grondgebied in beslag en startte eigenhandig met de ontwikkeling van een eigen raket. Ondanks persoonlijke beloften van de Libische leider Moammar al-Qadhafi slaagde Kayser er niet in om het gestolen materiaal terug te krijgen. Zonder de know-how van Lutz Kayser raakte Libië echter niet veel verder dan enkele testvluchten. Tien jaar na het in beslagnemen van het OTRAG-materiaal zette Libië het programma stop.

200 miljoen dollar

Enkele jaren na de mislukte testvlucht vanuit Zweden gaf Lutz Kayser door alle politieke druk het uiteindelijk op om ’s werelds eerste commerciële lanceerbedrijf overeind te houden waardoor OTRAG in 1987 officieel werd stopgezet. Op het moment dat het project werd stopgezet was er al 200 miljoen dollar in OTRAG geïnvesteerd. Ondanks de geslaagde testvluchten waaruit bleek dat het ontwerp functioneerde, heeft Lutz Kayser met zijn bedrijf nooit één satelliet in de ruimte kunnen brengen. Toch hield dit de man er niet van tegen om te blijven dromen van een goedkope toegang tot de ruimte. Zo bracht Lutz Kayser in mei 2006 een bezoek aan het Amerikaanse bedrijf Armadillo Aerospace dat in 2000 opgericht werd door de Amerikaanse ontwikkelaar van videospellen John Carmack. Armadillo Aerospace, dat kleine raketten en commerciële ruimtetuigen ontwikkelt, toonde enorme interesse in het CRPU-ontwerp en mocht van Kayser enkele OTRAG-onderdelen gebruiken en testen.

OTRAGDe laatste OTRAG-raket wordt gelanceerd vanop de Kiruna lanceerbasis in Zweden - Foto: OTRAG

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.