Lancering van het ruimteveer Challenger
Foto: NASA

De Challenger was het tweede ruimteveer dat door de Verenigde Staten in de ruimte werd gebracht. Op 4 april 1983 maakte dit ruimteveer zijn eerste ruimtevlucht tijdens de STS-6 missie. In totaal werd het Amerikaanse ruimteveer Challenger tienmaal gelanceerd maar de laatste lancering op 28 januari 1986 eindigde in een catastrofale ramp doordat het ruimteveer 73 seconden na zijn vertrek uit elkaar spatte. Bij dit tragische ongeval kwamen zeven astronauten om het leven waaronder de 37-jarige onderwijzeres en publiekslieveling Christa McAuliffe. De oorzaak van deze ramp bleek achteraf niet enkel een technische oorspong te hebben maar vooral ook een menselijke. Zo werd het management van het toenmalige Amerikaanse Space Shuttle programma en van de fabrikant van de Solid Rocket Boosters, Thiokol, tegen het licht gehouden en bleek dat verschillende personen verkeerde beslissingen hadden genomen. De druk om het ruimteveer toch te lanceren bleek groter te zijn dan deze uit te stellen aangezien het Amerikaanse Space Shuttle ruimteprogramma al aankeek op een grote achterstand. 

STS-51-L bemanning

  • Francis "Dick" Scobee (Gezagvoerder)
  • Michael J. Smith (Piloot)
  • Judith Resnik (Mission Specialist)
  • Ellison Onizuka (Mission Specialist)
  • Ronald McNair (Mission Specialist)
  • Gregory Jarvis (Payload Specialist)
  • Christa McAuliffe (Teacher in Space / Payload Specialist)
STS-51-L crew
De STS-51-L bemanning - Foto: NASA.
 

Doel van de STS-51-L Missie

Tijdens deze tiende ruimtemissie van het ruimteveer Challenger zouden er een communicatiesatelliet en twee kleine satellieten voor het Amerikaanse ministerie van defensie in een baan om de Aarde worden uitgezet. Daarnaast kende deze STS-51-L ruimtemissie een grote primeur aangezien er voor het eerst een onderwijzeres deel uitmaakte van de bemanning. Christa McAuliffe zou als eerste persoon in de ruimte les geven aan leerlingen op Aarde. In 1984 had NASA het idee om een talentvolle leerkracht les te laten geven vanuit de ruimte om op die manier jongeren te stimuleren voor wetenschap en ruimtevaart. Op deze manier wou NASA ook komaf maken van het idee dat ruimtevaart iets was geworden voor militairen of professoren. Uiteindelijk koos NASA op 19 juli 1985 Christa McAuliffe uit 11 000 kandidaten om de eerste 'Teacher in Space' te worden. Na haar selectie startte ze meteen haar astronautenopleiding en werd ze in de Verenigde Staten gigantisch populair.

De lancering

Op 28 januari 1986 vond de lancering plaats van het Amerikaanse ruimteveer Challenger. Meteen nadat de Solid Rocket Boosters (SRB’s) tot ontbranding werden gebracht, lekten er hete gassen uit de rechter SRB. Dit lek was ontstaan door een defecte rubberen O-ring die de buitenste afdichting vormde tussen het onderste gedeelte en de rest van de SRB. Op het moment van de lancering was de temperatuur aan het lanceercomplex 2° Celsius en deze O-ringen zouden niet bestand geweest zijn tegen dergelijke lage temperaturen. Ondanks het feit dat verschillende ingenieurs zich vragen stellen bij deze lage temperaturen werd er door de SRB fabrikant Thiokol toch beslist om door te gaan aftellen. De brandstof die uit de rechter SRB lekte, bevatte ook aluminium voor extra motorvermogen. Het verbruik van dit aluminium leverde slakken op die in de scheur terecht kwamen waardoor deze tijdelijk gedicht werd. De Challenger vloog 58 seconden na zijn lancering door een smalle luchtlaag met extreme windsnelheden die vermoedelijk de slakken losrukten waardoor er opnieuw hete gassen begonnen te lekken. De scheur werd steeds groter en de gassen lekten tegen de onderzijde van de SRB waardoor deze 73 seconden na de lancering bezweek. Tijdens de explosie verloor de brandstoftank, met daarin vloeibare waterstof, aan boord van de External Tank vrijwel volledig zijn inhoud. Tegelijk werd deze tank met grote kracht in de vloeibare zuurstoftank van de External Tank gedreven. De grote hoeveelheden vloeibare waterstof en zuurstof die hierdoor vrijkwamen werden ontstoken door de uitlaatgassen van de SRB’s. In tegenstelling tot wat vaak te lezen of te horen is, vond er dus geen explosie plaats maar een zeer snelle verbranding. De Challenger bevond zich midden in dit inferno en werd hierdoor uit elkaar gerukt. Op rechtstreekse videobeelden was te zien dat de cockpit grotendeels intact uit de wolk van verbrande gassen tevoorschijn kwam en deze vervolgens een val vanop een hoogte van zestien kilometer. De restanten van de cockpit en de lichamelijke overschotten van de zeven astronauten werden enkele weken later op de bodem van de Atlantische Oceaan teruggevonden waarna de bemanningsleden een Amerikaanse staatsbegrafenis kregen.

De wereld keek mee

Doordat zich voor de eerste keer een leerkracht onder de crewleden bevond, keken duizenden kinderen en andere mensen op televisie rechtstreeks naar de beelden van de lancering van het ruimteveer Challenger. NASA was er uiteindelijk in geslaagd om ruimtevaart opnieuw in de media te brengen en om mensen warm te maken voor techniek en wetenschap. De tal opgekomen nationale en internationale pers en familieleden van de zeven astronauten zagen vanop het Kennedy Space Center uiteindelijk hoe het ruimteveer kort na de lancering uit elkaar spatte. De ramp liet dan ook een enorm grote indruk achter op een hele generatie Amerikanen. Zo herinneren zich vandaag de dag nog steeds veel mensen de woorden "Flight controllers here looking very carefully at the situation. Obviously a major malfunction. We have no downlink." die werden uitgesproken door vluchtdirecteur Jay Greene vanuit het vluchtleidingscentrum.

STS-51-L
Een beeld van het ruimteveer 73 seconden na de lancering - Foto: Kennedy Space Center.
 

Rogers Commission

Na het ongeval met het ruimteveer Challenger werd een uitgebreid onderzoek ingesteld door een speciale onderzoekscommissie naar de oorzaak van deze Amerikaanse ramp. Deze 'Presidential Commission on the Space Shuttle Challenger Accident' kreeg ook de naam 'Rogers Commission' die werd genoemd naar de voorzitter William P. Rogers. Andere leden die deel uitmaakten van deze onderzoekscommissie waren ondermeer 's werelds eerste mens op de Maan Neil Armstrong, Nobelprijswinnaar Richard Feynman, de back-up astronaute van Christa McAuliffe, Sally Ride en legendarische X-1 piloot Chuck Yeager. Ten behoeve van het onderzoek werden de restanten van de twee Solid Rocket Boosters en de orbiter geborgen vanop de bodem van de Atlantische Oceaan en onderzocht in een hangar. De vele beelden die tal van camera’s rondom het lanceercomplex maakten van de lancering werden uitvoerig bestudeerd en vele getuigen van zowel in alsook buiten het Amerikaanse ruimtevaartagentschap werden verhoord. Negen maanden na de ramp rapporteerde de onderzoekscommissie haar bevindingen aan de toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan waarna de commissie negen aanbevelingen aan NASA overmaakte om een dergelijk ongeval in de toekomst te voorkomen. Uit de negen aanbevelingen en opmerkingen ontstond ondermeer het Office of Safety, Reliability and Quality Assurance dat rechtstreeks rapporteerde aan de NASA directie. Daarnaast werd ook het ontwerp van de Solid Rocket Boosters (SRB's) herbekeken en werd de onrealistische en overdrukke vluchtprogramma van het Space Shuttle programma onder de loep genomen. Uiteindelijk besliste president Ronald Reagan in augustus 1986 dat de Amerikaanse ruimteveren geen commerciële satellieten meer in de ruimte zouden brengen. Het zou uiteindelijk twee jaar en acht maanden duren na de ramp met de Challenger eer een nieuwe Space Shuttle zou gelanceerd worden.

Oorzaak van de ramp

Het Amerikaanse ruimteveer Challenger werd op een bijzonder koude dag gelanceerd en een O-ring in de rechter stuwraket (SRB) bleek niet bestand tegen de lage temperaturen. Tijdens de ontstekingsfase lekte de O-ring, waardoor korte tijd later via de ontstane opening in de verbinding van de segmenten hete gassen en brandstof uit de rechter stuwraket begonnen te lekken. Deze brandstof bevatte ook aluminiumpoeder, dat voor extra vermogen zorgt tijdens de vlucht naar de ruimte. De aanwezigheid van het aluminium in de hete brandstof veroorzaakte slakken die in de opening terechtkwamen, waardoor deze tijdelijk werd gedicht. Bijna een minuut na liftoff passeerde het ruimteveer een smalle luchtlaag met hoge windsnelheden. Een passagiersvliegtuig dat een half uur eerder door deze luchtlaag was gevlogen, precies boven de lanceerplaats van de Challenger, ondervond toen een sterke windstroming van ruim 300 kilometer per uur. Ook het ruimteveer Challenger kwam in deze luchtlaag terecht. Vermoedelijk raakten de slakken los door hevige trillingen als gevolg van de grote windkrachten, waardoor er weer hete gassen en brandstof begonnen te lekken. De opening werd groter en hete gassen lekten met een steeds hoger tempo tegen de onderzijde van de externe brandstoftank die daardoor 73 seconden na de lancering bezweek. De tank met vloeibare waterstof verloor daardoor vrijwel zijn hele inhoud. Tegelijkertijd werd deze tank met grote kracht in de tank met vloeibare zuurstof gedreven waardoor ook deze laatste bezweek. De enorme hoeveelheden waterstof en zuurstof die vrijkwamen, werden ontstoken door de uitlaatgassen van de stuwraketten en een zeer snelle verbranding volgde. De onderzoekscommissie concludeerde dat de waterstof en zuurstof weliswaar zeer snel verbrandde, in een grote wolk, maar dat van explosieve verbranding geen sprake was. De Challenger bevond zich midden in de verbrandende brandstoffen en werd uit elkaar gerukt. De cockpit kwam grotendeels intact uit de wolk verbrandende gassen tevoorschijn, viel van ruim 16 kilometer hoogte op het wateroppervlak van de Atlantische Oceaan, en spatte uit elkaar. 

Beelden lancering

Kris Christiaens

K. Christiaens

Medebeheerder & hoofdredacteur van Spacepage.
Oprichter & beheerder van Belgium in Space.
Ruimtevaart & sterrenkunde redacteur.