Artistieke impressie van enkele planetoïden
Foto: ESO

Een nieuw ontdekte planetoïde krijgt een voorlopige benaming dat bestaat uit het jaar van ontdekking en een alfanumerieke code (bijvoorbeeld 2002 AT4). Eens de baan ervan bevestigd is, krijgt het een nummer en later kan het ontdekte hemellichaam eventueel ook een naam krijgen (zoals 433 Eros). De oude benamingsmethodes gebruikten haken rond het getal. Vandaag de dag laat men de haken en het nummer gewoon vallen zodat enkel de naam gebruikt wordt.

Planetoïden die een nummer krijgen maar geen naam, bewaren hun oorspronkelijke benaming, voorbeeld (29075) 1950 DA. Aangezien modernere technieken een groot aantal planetoïden ontdekken, zijn er veel planetoïden die ook geen naam hebben. De eerste planetoïde die geen naam kreeg was (3360) 1981 VA. De nog steeds naamloze planetoïde (15760) 1992 QB1 gaf zijn naam aan een groep planetoïden die nu gekend zijn als de 'Cubewanos'.

Nummeren van planetoïden

Planetoïden krijgen een officieel nummer van zodra hun baanelementen bevestigd zijn. Met een toenemende snelheid van planetoïde ontdekkingen worden planetoïden genummerd met 6 cijfers. De omschakeling van 5 naar 6 cijfers gebeurde samen met de publicatie van de 'Minor Planet Circular' (MPC) in 2005 die de hoogst genummerde planetoïde zag springen van 99947 naar 118161. Deze verandering zorgde voor een kleine crisis in de verscheidene geautomatiseerde dataservices aangezien enkel 5 cijfers toegestaan werden in deze formaten. Diegenen die hun systemen niet hebben aangepast, gebruiken in sommige gevallen het alfabet als een "cijfer" voor de tienduizendste plaats (A= 10, B=11...) Een groot getal als 120437 zou dus gezien worden op sommige lijsten als C0437.

De herkomst van de namen

De eerste planetoïden werden genoemd naar figuren uit de Grieks-Romaanse mythologie, maar aangezien men namen tekort kwam werden andere gebruikt: van bekende personen, literaire personen, namen van de vrouwen van de ontdekkers, kinderen en zelfs personen van op televisie. De eerste planetoïde die geen mythologische naam meekreeg, was 20 Massalia, genoemd naar de stad van Marseilles. Er was een periode dat er vrouwelijke namen werden gebruikt. De eerste man die een planetoïde een naam gaf, was Alexander von Humboldt maar zijn naam werd vervrouwelijkt naar 54 Alexandra. Deze traditie duurde tot nummer 334 Chicago, zelfs dan kwamen er nog vrouwelijke namen aan bod. Aangezien het aantal planetoïden zo sterk begon toe te nemen begonnen ontdekkers hen frivolere namen te geven. Zo hebben we nummer 482 Petrina en 483 Seppina die genoemd werden naar de honden van de ontdekker. In 1971 ontstond er wel wat heisa rond de benaming van 2309 Mr. Spock. Deze werd niet genoemd naar de personage uit de film Star Trek, maar naar de kat van de ontdekker die blijkbaar een gelijkenis zag tussen beiden. De Internationale Astronomische Unie (IAU) had hierna besloten om geen dierennamen meer te gaan gebruiken. Andere vreemde namen werden alsnog geaccepteerd zoals 6042 Cheshirecat, 9007 James Bond of 26858 Misterrogers.

Speciale benamingregels

De benaming van planetoïden gebeurt niet zomaar willekeurig. Er zijn bepaalde type planetoïden waarrond regels ontwikkeld zijn over de bron van de namen. Bijvoorbeeld de Centaurs (die zich nabij de baan van Saturnus en Neptunus begeven) worden nog steeds genoemd naar de mythologische Centauren, Trojanen naar helden van de Trojaanse oorlog en trans-neptuniaanse objecten na de geesten van de onderwereld. Een andere wel gekende regel is dat kometen genoemd worden naar hun ontdekker, maar bij planetoïden niet. Een manier om dit te ontwijken werd opgezet door astronomen door de namen van ontdekkers uit te wisselen met andere ontdekkers. Een voorbeeld van deze uitzondering is 96747 Crespodasilva die genoemd werd naar de ontdekker, Lucy d'Escoffier Crespo Da Silva. Deze stierf na de ontdekking op 22-jarige leeftijd.

Symbolen van planetoïden

De eerst ontdekte planetoïden kregen symbolen zoals de traditionele symbolen die de planeten en de maan meekrijgen. De symbolen werden uiteindelijk moeilijk om te tekenen en om te herkennen. Tegen het einde van 1851 waren er 15 bekende planetoïden, elk met hun eigen symbool (behalve één).

Het symbool van Ceres
Oud symbool voor Ceres

Johan Franz Encke maakte hier een grote wijziging in het Berliner Astronomisches Jahrbuch in het jaar 1854. Hij introduceerde omcirkelde nummers in plaats van symbolen. Alhoewel het nummeren begon met Astraea behielden de eerste vier planetoïden hun oorspronkelijke symbool. De nieuwe symbolisering werd snel geaccepteerd door de astronomische gemeenschap. In het jaar 1855 werd Astraea's nummer al vijf cijfers lang maar Ceres en Vesta zouden pas hun nummer krijgen in de editie van 1867. Enkele andere planetoïden zoals 28 bellona, 35 Leukothea en 37 Fides zouden zowel symbolen als een nummering meekrijgen. De omcirkeling zou al snel vervangen worden door haakjes.

Sander

Vancanneyt Sander

Oprichter & beheerder van Spacepage & Poollicht.beSterrenkunde en ruimteweer redacteur.