Voorbeeld van een chondriet meteoriet

Chondrieten zijn de meest voorkomende soort van meteorieten. Deze vormen ongeveer 85% van alle meteorieten die op onze Aarde zijn gevonden. Ze zijn gevormd in de beginperiode van het zonnestelsel, toen uit het stof van de zonnenevel door accretie (het proces waarbij materie samentrekt zodat veel kleine deeltjes een paar grotere worden) grotere brokstukken zijn ontstaan. Dankzij dit uitgebreid artikel kom je alles te weten over dit soort van meteorieten.

Chondrieten bestaan uit verschillende mineralen en van de meer dan 4 000 bekende, kan men er een 280-tal in meteorieten van terugvinden. Dit is slechts 7% van de mineralen die op aarde voorkomt. De bekendste mineralen zoals magnesium, silicium, ijzer, aluminium, calcium, natrium, fosfor. Olivijn en pyrogeen vindt men terug in steenmeteorieten maar ook in steen-ijzermeteorieten. De naam chondriet komt van de aanwezigheid van chondrulen. Alle chondrieten met uitzondering van de CI type (koolstofhoudende chondrieten) bevatten chondrulen. Dit zijn kleine gesmolten of gedeeltelijk gesmolten druppeltjes die samengesteld zijn uit de silicaatmineralen olivijn en pyrogeen. Ze zijn bolvormig en hebben diameters tussen 0,1 en 4 mm, soms kunnen ze zelf een centimeter groot worden. Men verondersteld dat deze bolletjes gevormd zijn bij een temperatuur van ongeveer 1000K. In deze groep heb je vijf klassen: de Enstatiet-rijke, koolstofhoudende, gewone chondrieten en dan heb je nog 2 kleinere klassen namelijk de R- en K- chondrieten.

De gewone chondrieten

De gewone (ordinary) chondrieten zijn de meest voorkomende klasse, goed voor meer dan de helft van alle bekende meteorieten, zowel die dat gevallen zijn als die dat gevonden zijn. De samenstelling van deze meteorieten is vooral silicaatmineralen (olivijn en pyrogeen + ijzer – nikkelmetaal). De metalen, zowel elementair en gecombineerd (geoxideerd), worden gebruikt om de gewone chondrieten te classificeren in drie verschillende chemische groepen: H, L en LL. De H staat voor high iron, dus ze bevatten veel ijzer. Ze bestaan uit zo’n 25-30 gewicht % ijzer. En de sterk gemagnetiseerde van die klasse kunnen ook aangetrokken worden door een magneet. Naast het elementaire en geoxideerde ijzer worden H-chondrieten verder chemisch onderscheiden door de samenstelling van hun olivijnen. De olivijnen van die H-chondrieten bevatten 15-19 mol % Fa (Fayaliet) en 81-85 mol % Fo (forsteriet). De H-chondrieten, eigenlijk alle chondrieten zijn magnesium-rijk door de olivijnen die erin zitten. De L staat voor low iron, dus dit wilt zeggen dat er een laag gehalte aan ijzer is. Deze tussenliggende gewone chondrieten hebben een ijzergehalte die tussen de 20-25 gewicht % ligt, bijna zoveel al de H-chondrieten. Maar de hoeveelheid metaal is veel lager, tussen de 1-10 gewicht %. De ijzervlokken zijn minder talrijk vergeleken met de H-chondrieten en de meteorieten zijn ook niet zo sterk aangetrokken door een magneet. Magnetische aantrekkingskracht kan zeer belangrijk zijn bij het testen van een rots in het veld. Slechts enkele aardse gesteenten zijn van nature aangetrokken tot een magneet terwijl vrijwel elke gewone chondriet sommige magnetische aantrekking bezit door de aanwezigheid van elementair ijzer. De samenstelling van olivijn is 21 – 25 mol % Fo (forsteriet), dat wil zeggen het fayaliet gehalte tussen 21 en 25 mol % ligt, waaruit blijkt dat meer ijzer is geoxideerd vergeleken met de H chondrites. Men heeft gemerkt dat er meer inslagen (46%) waargenomen zijn van L-chondrieten dan van anderen. De laatste groep van de gewone chondrieten is de LL-groep, de low metal - low iron. Nogmaals dit verlaagd metaal is relatief gemakkelijk te zien zonder optisch hulpmiddel en kan nog steeds worden aangetrokken tot een krachtige magneet. Maar in vergelijking met de " L " chondrieten, is het metaal in " LL " chondrieten inderdaad schaars. IJzer als metaal bereikt het laagste bedrag tussen < 1 en ongeveer 3 gewicht %. Het totale gecombineerde ijzer ligt tussen 19 en 22 gewicht %. De fayaliet inhoud is de hoogste tussen 26 en 32 mol %. We hebben nu gezien dat de gewone chondrieten kunnen worden ingedeeld naar de totale hoeveelheid ijzer die ze bevatten, zowel elementaire (metaal) als chemisch gecombineerd.

NWA 869 De 700 gram zware meteoriet NWA 869 behoort tot de 'ordinary' chondrieten (L4-6) - Foto: H. Raab/Wikipedia

Koolstofhoudende chondrieten

De afkorting van deze groep is de letter “C”, deze letter komt van het Engels voor carbonaceous (koolstofhoudende). Meteorieten uit deze groep zijn vaak chemisch zeer complex. Aan de buitenkant hebben ze een donkergrijze – zwarte korst, het binnenste is even donker maar sommigen tonen een overvloed aan goed gevormde chondrulen terwijl andere bijna een eentonige binnenkant hebben. In tegenstelling tot de gewone chondrieten hebben ze weinig tot geen tekens van thermische metamorfose. De koolstofhoudende chondrieten worden nog eens in acht subgroepen onderverdeeld:

  • CI (Ivuna C-chondrites)
  • CV (Vigarano C-chondrites)
  • CM (Mighei C-chondrites)
  • CO (Ornans C-chondrites)
  • CR (Renazzo C-chondrites)
  • CK (Karoonda C-chonrdites)
  • CB (Bencubbin C-chondrites)
  • CH (High metal C-chondrites)

CV3In 1969 kwam in Mexico deze 520 gram zware koolstofhoudende meteoriet neer - Foto: H. Raab/Wikipedia

Enstatiet-rijke chondrieten

E-chondrieten zijn relatief zeldzaam in de meteorietverzameling, ze vertegenwoordigen slechts 2% van alle steenachtige meteorieten. Er zijn er ca. 200 bekend en meestal zijn ze EH3, EH4 of EL6 (dit is nog een onderverdeling binnenin deze klasse). Deze meteorieten zijn gevormd in een zuurstofarm milieu. Net als de gewone chondrieten zijn de Enstatiet-rijke chondrieten onderverdeeld in twee groepen: de H- en L-chondrieten. EH-chondrieten hebben ongeveer 30% totaal ijzer en meer metaal. EL-chondrieten hebben ongeveer 25% totaal ijzer en minder metaal. De eenvoudigste manier om het verschil tussen de EL en EH te weten, is ze heel goed bekijken en dan naar de grote en de vorm kijken van de chondrulen. EL3 chondrulen zijn goed gedefinieerd en gemiddeld ongeveer 500 micrometer in doorsnede. EH3 chondrulen zijn gemiddeld ongeveer 220 micrometer in diameter en zijn minder goed gedefinieerd.

R-chondrieten

In 1977, een slecht verweerde 49,5 g meteoriet werd gevonden in de buurt van Carlisle Lakes op de noordelijke rand van de Nullarbor Plain in West-Australië. Deze meteoriet en latere vondsten waren zo verweerd dat hun belangrijkste onderscheidende kenmerken niet duidelijk konden worden vastgesteld. Veertig jaar eerder (1934) vond een gedocumenteerde meteorietinslag plaats nabij Rumuruti in het zuidwesten Kenia. Een aantal stenen werden vrijwel onmiddellijk daarna verzameld. Een exemplaar, een 67 g individu, werd gekocht door het Museum fur Naturkunde. Deze bleef in een lade, vergeten tot 1993 toen zijn ware identiteit werd onthuld. Zeer weinig verweerd tijdens die 40 jaar, konden zo belangrijke kenmerken gemakkelijk worden onderzocht. Dit bleek een nieuwe meteorietgroep te zijn die kon worden gecorreleerd met de eerder gevonden Carlisle Lakes meteoriet. Het enig exemplaar van het Berlijnse Museum kreeg de eer het typespecimen van een nieuwe meteoriet groep genaamd Rumuruti-achtige, Rumurutiites of R chondrieten. Onlangs zijn veel R chondrieten ontdekt en erkent als meteorieten, grotendeels uit Antarctica en de hete woestijnen. Met uitzondering van de Carlisle Lakes specimens, allemaal breccies. Lichtgekleurde evenwicht klasten tonen een petrografische type: 5-6 tegen een donkere fijnkorrelige matrix van petrografische soort type: 3-4. R-chondrites zijn de meest geoxideerde van alle chondrites. Ze zijn in wezen vrij van metallisch ijzer, in tegenstelling tot de E chondrites die vrijwel al hun ijzer in metallische toestand hebben.

K-chondrieten

De kakangariites zijn een kleine groep van meteorieten die maar twee leden hebben, beide met petrologische type 3. Ze zijn troiliet-rijk en bevatten gelaagde chondrulen. Ze worden aan de hand van hun chemische samenstelling en O-isotoop onderscheiden van alle andere chondrieten. Hoewel er wel degelijk bepaalde overeenkomsten zijn met zowel H en E-chondrieten en gewone en koolstofhoudende daarentegen passen ze niet in de klassieke schema’s. Vermoedelijk gaat het hier om een afsplitsing van een kleine primitieve asteroïde.

Sybille Kervyn

Sybille Kervyn

Studente geologie UGent.Redacteur jongerenmagazine Astra.Amateur-astronome en astrofotografe.

Dit gebeurde vandaag in 1848

Het gebeurde toen

De Ierse astronoom Andrew Graham ontdekt vanop het Markree Observatory de planetoïde 9 Metis. Metis is een S-type planetoïde en zijn diameter varieert van 220 tot 130 kilometer. Het oppervlak bestaat voor ongeveer 30% tot 40% uit metaalhoudende olivijn en 60% tot 70% uit nikkel en ijzer. De planetoïde is genoemd naar de Griekse godin Metis, een van de vrouwen van de oppergod Zeus en de moeder van Pallas Athena.

Ontdek meer gebeurtenissen

Redacteurs gezocht

Ben je een amateur astronoom met een sterke pen? De Spacepage redactie is steeds op zoek naar enthousiaste mensen die artikelen of nieuws schrijven voor op de website. Geen verplichtingen, je schrijft wanneer jij daarvoor tijd vind. Lijkt het je iets? laat het ons dan snel weten!

Wordt medewerker

Steun Spacepage

Deze website wordt aan onze bezoekers blijvend gratis aangeboden maar om de hoge kosten om de site online te houden te drukken moeten we wel het nodige budget kunnen verzamelen. Ook jij kunt uw bijdrage leveren door ons te ondersteunen met uw donatie zodat we u blijvend kunnen voorzien van het laatste nieuws en artikelen boordevol informatie.

54%

Sociale netwerken